'De kust leek veilig, dus voegde ik met een lage snelheid in, maar toen volgde er plots een oorverdovende knal.’
Cynthia (34) veroorzaakte een ongeval met dramatische gevolgen
Cynthia (34) veroorzaakte drie jaar geleden een auto-ongeval met onomkeerbare gevolgen. En ook al werd ze vrijgesproken, de gebeurtenis heeft een levenslange impact op haar.
‘1 februari is een datum die ik liever zou skippen, een dag die ik bij voorkeur al slapend zou doorbrengen zodat ik er geen seconde van hoef mee te maken. (stil) Drie jaar geleden werd op die datum een van mijn ergste nachtmerries realiteit. Het leek in eerste instantie een doodnormale maandag. Ik was aan de slag als verzekeringsagente in een kantoor in Kuurne en sloot de eerste werkdag van de week af met een evaluatie, die positief was. Toen ik naar huis wilde vertrekken, besefte ik dat ik nog moest tanken. Het lampje van de benzinetank brandde al een tijdje en omdat ik niet het risico wilde lopen om zonder benzine te vallen, was er geen ontkomen meer aan. Ik tankte mijn wagen vol in het tankstation schuin tegenover mijn werkgever en wilde daarna links invoegen richting Kortrijk, waardoor ik een heel drukke baan moest kruisen. De avondspits was al bezig, met files tot gevolg, dus ik wachtte tot een vrouwelijke bestuurder teken gaf dat ik kon gaan. Ik keek links, rechts en opnieuw links. De kust leek veilig en vervolgens voegde ik met een lage snelheid in, maar toen klonk plots een oorverdovende knal.’
Hij beweegt niet meer
‘De airbags van mijn wagen vlogen open en al snel hing er een brandgeur in het voertuig. Ik had geen idee wat er net was gebeurd, maar ik dacht dat mijn auto zou ontploffen. Ik moest daar weg, maar was zo in paniek dat ik bij het verlaten van de wagen tegen de grond smakte. Luttele seconden later werd ik overeind geholpen door iemand die me naar de overkant van de straat begeleidde, waar buurtbewoners een stoel hadden klaargezet. Toen ik me neerzette, viel mijn oog op mijn wagen en zag ik meters verder een persoon liggen. Ik was volledig van slag toen ik hem niet zag bewegen. Ik schreeuwde de ziel uit mijn lijf en wilde ernaartoe rennen, maar werd tegengehouden door het groepje mensen die me opvingen en alles deden om me te kalmeren. Ze hebben me enkele meters verplaatst en gaven me mijn gsm, zodat ik mijn vriend kon bellen. “Hij beweegt niet meer”, was het eerste wat ik al snikkend tegen Christophe zei, die zijn twee dochters van 7 en 10 bij zich had. Meer kreeg ik toen niet over mijn lippen.’
Pijnlijk duidelijk
‘De hulpdiensten en politie arriveerden en ook Christophe en de kinderen waren in no time ter plaatse. Christophe vroeg wat er was gebeurd, maar daar had ik zelf het raden naar. Ik had het scenario al meermaals in mijn hoofd afgespeeld, maar het ging zo snel dat ik het maar niet kon begrijpen. (stil) Ik heb niemand gezien, wat ik ook tegen de politie verklaarde, al was het intussen pijnlijk duidelijk dat er een andere partij bij betrokken was. Ik wilde weten hoe het met het slachtoffer was. Dat was het enige wat ertoe deed, maar de politie kon nog geen informatie meedelen.‘
‘Niet veel later werden Christophes kinderen opgepikt door hun moeder en werd ik meegenomen naar het ziekenhuis
voor een medische controle. Mijn linkerflank was gekneusd en ik had een breuk in de pols, maar dat was voor mij bijzaak. Wat me veel meer zorgen baarde, was de toestand van de man die ik op de grond had zien liggen. In afwachting kwam de politie langs voor een officiële verklaring en werd ik ook onderworpen aan een ademtest. Een standaardprocedure waaruit bleek dat ik geen alcohol had gedronken.’
De kust leek veilig, dus voegde ik met een lage snelheid in, maar toen volgde er plots een oorverdovende knal.
Ontroostbaar
‘Christophe stond te wachten in de ziekenhuisgang toen een spoedarts naar me toe kwam. Hij deelde mee dat het slachtoffer, een motorbestuurder, was overleden. Toen ik dat vernam, stortte mijn wereld in. Het leek of alle vreugde uit mijn lichaam verdween. Ik heb iemand doodgereden. Hoe kon dat in godsnaam gebeuren terwijl ik zo goed had gekeken? Omdat ik ontroostbaar was, diende de arts me een kalmeringsmiddel toe zodat ik een beetje kon bekomen. Zodra het middel begon te werken, bracht Christophe me naar huis, maar ik kon aan niets anders denken dan het slachtoffer, van wie ik toen alleen wist dat het een volwassen man was. Thuis kroop ik in bed en ik hoopte dat ik ’s morgens zou ontwaken uit deze nachtmerrie, maar dat gebeurde niet. (stil) De volgende ochtend las ik in de krant zijn naam en begon ik hem te googelen. Ik wilde weten wie hij was en of hij een gezin had. Toen ik ontdekte dat hij verloofd was, had ik nog meer het gevoel dat ik een familie voor altijd uit elkaar had gerukt.’
Nog ontslagen ook
‘Het ongeval was de start van een loodzware periode. Ik zat op een rollercoaster van emoties en ging gebukt onder een vreselijk schuldgevoel dat constant aan me knaagde. (stil) Ik kon aan niets anders denken en wist geen blijf meer met mezelf. Ik schaamde me diep, zelfs in die mate dat slechts een aantal vrienden en familieleden op de hoogte waren van wat er was gebeurd. Enkele dagen na het ongeval nam mijn mama contact op met de verloofde van het slachtoffer, die in eerste instantie zei dat ze me niets kwalijk nam. Toch ging ik kapot aan een immens schuldgevoel.‘
‘Ik probeerde mijn gedachten te verzetten en begon een week later opnieuw te werken, wat niet eenvoudig was, want zo werd ik telkens met de plek des onheils geconfronteerd. Ik keek letterlijk en figuurlijk uit op de plaats waar het noodlot toesloeg, tot ik enkele weken later onverwacht mijn ontslag kreeg. Plots voldeed ik niet meer aan de vereisten van mijn job, terwijl ik op 1 februari 2016 nog een positieve evaluatie had gekregen. Door mijn ontslag viel ik in een nog diepere put. (stil) Ik zeg niet dat ik daar had kunnen blijven werken, want keer op keer kreeg ik het benauwd. Mijn hart begon sneller te slaan, alsof het uit mijn borstkas zou springen. Heel beangstigend. Na mijn ontslag ben ik er nooit meer geweest. Ik vermijd die plek.’
Een grote stressbal
‘Ik werd enorm gesteund door Christophe en mijn omgeving, maar er echt over praten, kon ik tijdens die eerste weken en maanden niet. Dat lag veel te gevoelig. Omdat ik in een neerwaartse spiraal zat, nam ik contact op met het CAW. Ik had nood aan hulp en klopte uiteindelijk tijdens de zomer van 2016 aan bij een psychiater, die me vervolgens doorverwees naar een psycholoog. Die eerste sessies verliepen moeizaam. Ik kende mijn psycholoog niet en moest in vertrouwen mijn verhaal vertellen, terwijl ik er zelf nog maar heel weinig van begreep en met duizend-en-een vragen zat. Op dat ogenblik had ik amper informatie over het verdere verloop. Er werd nog steeds onderzocht hoe het ongeval kon gebeuren. Zo’n onderzoek neemt al snel enkele maanden in beslag. Al die tijd wist ik niet wat er me boven het hoofd hing, wat het allemaal extra beangstigend maakte. Ik was bijna 24/7 aan het piekeren en wenen.’
‘Na het ongeval kwam ik ook bijna niet meer buiten. Ik sloot me liever op in huis. Mensen die nog niet wisten wat er gebeurd was, stelden zich vragen. “Waarom zien we je niet meer?” vroegen ze dan weleens, maar ik was een emotioneel wrak en had geen zin in sociaal contact. Ik was zo gespannen dat ik ’s nachts amper de slaap kon vatten en spasmen kreeg. Ik was één grote stressbal die elk moment kon ontploffen. Wanneer ik buiten een knal hoorde, stuikte ik in elkaar.’
Slagen en verwondingen met de dood tot gevolg
‘Mijn huisarts stelde voor om te starten met antidepressiva, waarin ik toestemde, al bleef ik me slecht voelen. Tijdens die periode kwamen we gelukkig in contact met Guido van Even Zeer, een vzw voor de veroorzakers van een ongeval. Met iemand praten die je zonder woorden begrijpt, was een lichtpuntje in die donkere put. Dat lichtpuntje was nodig, want in november 2016 stond er ineens een gerechtsdeurwaarder aan de voordeur, die me een papier overhandigde waarop stond dat ik gedagvaard werd voor slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. De gerechtsdeurwaarder liet me sprakeloos achter. Ik stond aan de grond genageld. (stil) Gelukkig was Christophe toen thuis, zodat hij de zoveelste shock kon opvangen.’
‘Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ik diezelfde dag nog mijn verhaal heb gedeeld op Facebook, zodat iedereen wist wat er gaande was en waarom ze me minder vaak zagen. Na het bezoek van de gerechtsdeurwaarder begon ook de juridische en administratieve lijdensweg. Ik moest bellen naar mijn verzekering en een advocaat zoeken die me wilde verdedigen. In januari 2017 zou ik voor het eerst moeten voorkomen, dus viel er geen tijd te verliezen. Tegen december hadden we een advocaat gevonden, die meteen uitstel vroeg vanwege de korte tijdspanne. Intussen mocht ik eindelijk het dossier gaan inkijken in de rechtbank en werd ik met bepaalde feiten geconfronteerd. Zo reed de motorrijder zonder verzekering rond en was hij onder invloed van alcohol en drugs. Dat laatste pleitte enigszins in mijn voordeel, al keek de rechtbank vooral of de wegcode werd gerespecteerd.’
Straks zat ik in een gevangenis met criminelen die opzettelijk iemand hebben gedood. Dat was een enge gedachte.
Bang voor de gevangenis
‘Bij een veroordeling zou mijn rijbewijs worden ingetrokken en zou ik psychologische testen moeten ondergaan. Bovendien zou ik de tegenpartij een schadevergoeding van minstens 10.000 euro moeten betalen, een boete en alle andere kosten die bij de rechtszaak kwamen kijken. Er hing ook een gevangenisstraf boven mijn hoofd. Dat was een heel akelige gedachte. Straks zat ik in een gevangenis met criminelen die opzettelijk iemand hebben gedood. (stil) In oktober 2017 werd ik voor de eerste keer vrijgesproken. Uit onderzoek van de verkeersdeskundige was gebleken dat ik de motorrijder onmogelijk kon zien. Het was een onvoorziene hindernis. Toen zwart op wit stond dat ik niet in fout was, viel er een last van mijn schouders, al verdwijnen mijn schuldgevoelens daardoor niet. Bovendien ging de tegenpartij in beroep. Enkele maanden later, in februari 2018, werd ik voor de tweede keer vrijgesproken.’
Opnieuw achter het stuur
‘Na de tweede vrijspraak probeerde ik de draad weer op te pikken. Op dat ogenblik zat ik al twee jaar thuis zonder werk. Ik heb wel gesolliciteerd, maar hoe kon ik mezelf verkopen als potentiële werknemer als ik er volledig onderdoor zat? De voorbije drie jaar hebben alleszins hun tol geëist, maar al die tijd was Christophe mijn rots in de branding. Dankzij hem rij ik nog met de wagen. Drie dagen na het ongeval verplichtte hij me om opnieuw achter het stuur te kruipen. Het was een korte rit en ik reed hooguit 30 kilometer per uur. Ik stond doodsangsten uit, maar als ik het toen niet had gedaan, had ik wellicht nooit meer met de wagen gereden.’
‘Christophe heeft me nooit iets verweten, en gelukkig ook niemand in mijn omgeving. Ik realiseer me dat het voor Christophe en zijn kinderen ook niet makkelijk is geweest. Christophe en zijn ex delen co-ouderschap en op de dag van het ongeval waren zijn dochters bij ons, waardoor ze het van op de eerste rij hebben meegemaakt. Het ongeval overkwam niet alleen mij, maar het hele gezin. Telkens als ik naar de rechtbank moest, bekoelde de sfeer in huis. Het was een periode waarin er heel weinig gelachen werd. Voor de kinderen trokken we er nog weleens op uit, maar dat was telkens met een heel dubbel gevoel.’
Schuldgevoel
‘Vóór het ongeval had ik nog nooit een snelheidsovertreding gehad. Ik zou durven te stellen dat ik een voorbeeldig chauffeur was, en dan gebeurt er zoiets. Ik ben dan wel niet in fout, toch zie ik mezelf nog altijd als veroorzaker. Ik heb iemand doodgereden. Met die gedachte sta ik op en ga ik slapen. De buitenwereld noemt veroorzakers soms daders of doodrijders. Dat zijn verschrikkelijke woorden. Veroorzaker klinkt dan nog het mooist, maar het is ook een zwaarbeladen woord. Omdat ik enorm veel steun had aan contact met lotgenoten, zet ik me nu in voor Even Zeer.’
‘Met vijf andere lotgenoten zetel ik in het bestuur en onze vzw telt zo’n 100 leden. Ik doe dat met hart en ziel, want veroorzakers van een ongeval hebben net als iedereen recht op steun en een luisterend oor. We hebben niet bewust een ongeval veroorzaakt. Het overkwam ons. Een ongeval schuilt jammer genoeg in een klein hoekje, maar we blijven wel achter met een levenslang schuldgevoel. Dat gevoel wordt op sommige dagen omgezet naar kwaadheid. Ik denk soms aan wat-als-scenario’s, maar dat heeft weinig zin, want ik kan de tijd niet terugdraaien. Ik moet en wil verder met mijn leven, al gaat dat gepaard met ups en downs. Tot op vandaag heb ik deze gebeurtenis niet verwerkt en ik denk ook niet dat dat ooit zal gebeuren. Ik draag het voor de rest van mijn dagen met me mee.’
Meer straffe verhalen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier