‘Ik vocht als 16-jarige tegen botkanker, toen zorgde zij voor mij. Nu zorgen we voor elkaar.’
Emma (23) is mantelzorger van haar negentigjarige overgrootmoeder
Mantelzorgers zijn onmisbaar, maar tegelijkertijd zijn ze vaak onzichtbaar. Hoog tijd om ze de aandacht te geven die ze verdienen. Emma (23) is mantelzorger van haar negentigjarige overgrootmoeder en staat vooral in voor mentale ondersteuning.
‘In 2016 vocht ik als zestienjarige tegen botkanker. Dat nieuws sloeg niet alleen binnen mijn gezin in als een bom. Ook mijn overgrootmoeder – de mama van mijn oma, die wij moemoe noemen – zag daar heel hard van af. Omdat mijn ouders, mijn zus en ik verschillende zaken aan ons hoofd hadden, probeerde zij ons binnen haar mogelijkheden zoveel als mogelijk te ontlasten. Hoewel ze destijds al 84 jaar was, kwam ze minstens één keer per week over de vloer om me gezelschap te houden en een handje toe te steken bij de was en de plas. Moemoe zorgde ervoor dat ik genoeg rustte en gezond en gevarieerd at, zodat ik voldoende kon aansterken in mijn strijd tegen kanker.’
Zorgen voor elkaar
‘Toen ik eindelijk aan de beterhand was, werd zij een dagje ouder en had zij in feite meer zorg nodig dan ik. Onbewust zijn moemoe en ik vanaf dan voor elkaar beginnen te zorgen. Dat is door de jaren heen zodanig gegroeid dat ik vrijwel de enige persoon ben van wie zij hulp wil aanvaarden (lacht). Ze geeft absoluut niet graag toe dat ze een helpende hand kan gebruiken, maar als ik bij haar ben, valt dat masker gelukkig af.’
Onbewust zijn moemoe en ik vanaf dan voor elkaar beginnen te zorgen. Dat is door de jaren heen zodanig gegroeid dat ik vrijwel de enige persoon ben van wie zij hulp wil aanvaarden.
‘Ondanks haar gezegende leeftijd van negentig jaar woont ze nog steeds thuis. Ze is minder mobiel dan een paar jaar geleden, maar is nog voor negentig procent zelfstandig, wat maakt dat ik zo goed als geen fysieke zorgtaken heb. Op dit ogenblik bied ik vooral mentale ondersteuning, wat zich voornamelijk uit in het bieden van een luisterend oor. Moemoe werd op relatief jonge leeftijd weduwe en gaat intussen al dertig jaar zonder partner door het leven. Haar kinderen zijn ook al lang het huis uit en dan durft de eenzaamheid al eens om de hoek te kijken.’
Met liefde en plezier
‘Naast mentale ondersteuning neem ik haar administratie voor mijn rekening en zorg ik er onder andere voor dat alle facturen op tijd worden betaald. Maar ik vergezel haar ook naar doktersafspraken, help haar met zwaardere boodschappen, steek een handje toe bij huishoudelijke taken en noem maar op. Het is een hele waslijst, maar mantelzorgen voor moemoe zie ik niet als een verplicht nummertje. Ik vind het net een eer om deze rol op mij te kunnen nemen. Als het een verplichting was, zou het ook niet werken. Mantelzorgen moet je vanuit je hart doen.’
Het is een hele waslijst, maar mantelzorgen voor moemoe zie ik niet als een verplicht nummertje. Ik vind het net een eer om deze rol op mij te kunnen nemen.
‘Ik doe dit met heel veel liefde en plezier, maar ik ga ook niet liegen: het is weleens pittig. Het vraagt best veel energie om voor iemand anders dan jezelf te zorgen. Wanneer ik na een werkdag moemoe bezoek en thuis nog gelijkaardige taken moet uitvoeren, ben ik heel moe tegen de tijd dat ik in mijn bed kruip. En als je weet dat ik minstens drie keer per week bij haar ben, kan dat wel tellen. Dat is best een hoge frequentie, maar als ik haar even niet zie of hoor, voelt dat voor mij niet goed.’
Goede planning
‘Een goede planning is weliswaar een vereiste om het te kunnen bolwerken, maar ik doe het met een grote glimlach. Toch ben ik van mening dat de rol van jonge mantelzorgers wordt onderschat. Als buitenstaander is het meestal moeilijk te begrijpen wat er allemaal bij komt kijken. De meeste mensen zien het als een standaard bezoekje aan een (over)grootouder, maar het is zoveel meer dan dat alleen. Moemoe laat alleszins regelmatig blijken dat ze mijn hulp waardeert en haar twee polletjes kust, maar omgekeerd doe ik dat evenzeer. Ik hoop alvast dat ik haar nog heel lang bij me mag hebben.’
Tekst: Marijke Clabots
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier