Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
familieruzie
© Unsplash+

Ze leeft in onmin met haar schoonzus en diens verloofde.

Francis* (29): ‘Hoe kan zoiets moois als een trouwfeest zo’n pijnlijke familieruzie veroorzaken?’

Hoewel Francis* (29) en haar schoonzus Martha* (37) een jaar geleden nog twee handen op één buik waren, botert het nu niet meer tussen hen. Het trouwfeest van Martha en haar verloofde Susan* (36) ligt aan de basis van alle spanningen.

‘Negen jaar geleden kwam Werner* op mijn pad. Ik was toen nog een prille twintiger, maar al snel bleek hij de liefde van mijn leven te zijn. Als kers op de taart kwam mijn prins op het witte paard uit een warm gezinnetje, dat me vanaf het allereerste moment met open armen ontving, waardoor ik me meteen thuis voelde. Ik was met mijn gat in de boter gevallen met mijn bonus­familie. Vooral met Werners zus Martha klikte het enorm goed. Ondanks een leeftijdsverschil van acht jaar werden we al snel twee handen op één buik.

Toen Martha een paar jaar later een buitenlands lief scoorde, kon ik alleen maar blij zijn voor haar. Susan kwam uit Australië en na een langeafstandsrelatie van bijna twee jaar emigreerde ze naar België om hier samen met Martha een leven uit te bouwen. Zo kregen Werner en ik ook de kans om Susan beter te leren kennen, en al snel had zij ook een plekje in ons hart veroverd. Omdat we op meer dan vijftig kilometer van elkaar wonen, zagen we elkaar maar één keer om de twee à drie maanden. Dat waren altijd avonden om naar uit te kijken, maar jammer genoeg is dat nu helemaal omgeslagen… (stil) Mocht iemand een jaar geleden hebben gezegd dat Werner en ik ooit lijnrecht ­tegenover Martha en Susan zouden staan, dan had ik het nooit geloofd. Toch is het zo en vragen we ons ­iedere dag af hoe het zover is kunnen komen. Hoe is het überhaupt mogelijk dat een trouwfeest aan de basis van alle spanningen ligt?

Het is een hele geschiedenis die ­eraan voorafgaat, maar hier gaan we: ik heb even op een aanzoek moeten wachten, maar in januari 2022 ging Werner dan toch op zijn knie op de bouwgrond die we samen hadden gekocht. Toen het hoogtepunt van de coronacrisis min of meer achter ons lag, ontstond er een soort van trouwgekte. Ik weet nog dat Werner en ik naar verschillende trouwlocaties ­keken en we al snel het gevoel kregen dat we – als we in 2023 in het huwelijksbootje wilden stappen – uit de overschotten moesten kiezen. Aan­gezien we maar één keer trouwen, wilden we dat niet. Bovendien hadden we nog een zee van tijd en daarom besloten we om onze bruiloft uit te stellen naar het najaar van 2024. Martha en Susan waren blij voor ons. Ik vermoed dat het stilaan ook bij hen begon te kriebelen, want na hun laatste vakantie kwam Susan met een ring aan haar vinger terug naar huis.’

Geen spelbreker

‘Dat Werner en ik op hetzelfde moment als Martha en Susan verloofd waren, kon ons niet deren. Ook wij waren oprecht blij voor hen en besloten hun verloving gepast te vieren tijdens het eerstvolgende etentje dat niet veel later op de planning stond. Werner had Martha al eerder als zijn getuige gevraagd en die avond wilde ik bij Susan polsen of ze mijn bruidsmeisje wilde zijn. Maar nog geen 24 uur voor we elkaar zouden terugzien, viel de eerste bom in de vorm van een uitnodiging voor het feest van Martha en Susan. Geen invitatie voor een trouwfeest in België, maar ­eentje in het verre Australië, en dat amper tien weken voor ons eigen huwelijk zou plaatsvinden. Op dat moment ging er een soort van shockgolf door ons heen en waren Werner en ik te verbouwereerd om te reageren. We wilden het nieuws eerst even ­laten bezinken, maar tegelijkertijd nam ­paniek de bovenhand. Want een trouwfeest in Australië, dat klonk wel extreem duur. Toen we vliegtickets opzochten en bij prijzen van meer dan duizend euro per persoon uitkwamen, werd dat vermoeden bevestigd. Met een woonkrediet waar elke maand maar liefst twee derde van ons ­gezinsinkomen naartoe gaat en ons eigen huwelijk dat ook nog betaald moet worden, kwamen we al snel tot de conclusie dat dat voor ons in feite een onhaalbare kaart was.

We konden het gewoonweg niet betalen om naar Australië te vliegen voor hun trouwfeest, toch waren ze woest.

Een paar uur voor het etentje gingen we langs bij mijn toekomstige schoonouders om de situatie te ­bespreken. Zij begrepen ons standpunt, wat ons een klein beetje moed gaf om het gesprek met Martha en Susan aan te gaan. We wisten op voorhand dat het niet de leukste babbel zou worden en we wilden al zeker geen spelbreker zijn, maar het had geen zin om rond te pot te draaien. Nadat we hen hadden gefeliciteerd met hun verloving, vertelden we open en eerlijk dat wij helaas niet de financiële middelen hebben om hun trouwfeest bij te wonen. We hadden gehoopt dat ze daarvoor begrip zouden hebben, maar dat bleek niet zo te zijn. Susan begon luidkeels te schreeuwen en in een vol restaurant een scène te maken, waarop ik in tranen uitbarstte. Werner en ik hadden tot dan nooit het gevoel gehad dat we arm waren, maar als je tussen de regels door las, was dat de boodschap die Susan ons gaf. Volgens haar was hun trouwfeest een ervaring en moesten we het als een vakantie zien. Oké, maar je moet het nog altijd kunnen betalen en dat liet onze portemonnee niet toe.’

Here comes the bride(zilla)

Sinds het voorval in het restaurant was het hek van de dam en voelen Werner en ik ons respectloos behandeld op alle mogelijke niveaus. ­Incidenten stapelen zich op en elke maand lijkt die lijst wat langer te worden. Zo eisten Martha en Susan dat we toch aanwezig zijn. Als we niet van de partij zijn, zijn wij zogezegd de reden waarom ze hun trouwfeest willen annuleren. Sterker nog: volgens Susan ontnemen we hen zelfs de kans om nog kinderen te krijgen. Een verwijt dat vandaag nog altijd zwaar op mijn maag ligt…

Omdat Martha het heel belangrijk vindt dat we toch aanwezig zijn, is het uiteindelijk zelfs zo ver gekomen dat mijn schoonouders hebben aan­geboden om onze vliegtickets te ­betalen, zodat wij alleen de hotel­kosten voor onze rekening hoeven te nemen. Een heel mooie geste van hen, maar wel eentje waarvoor we onze trots opzij moesten schuiven.

Ze eisen dat we een gala-outfit kopen en dat ik 200 dollar betaal om mijn make-up te laten doen, want anders zou ik er te lelijk bijlopen.

Niet veel later, toen ze hun huwelijk vorm begonnen te geven, is het hele circus pas écht begonnen en veranderde Susan in een bridezilla die de touwtjes van a tot z in handen wil hebben. Ze verplicht ons om gala­kledij te kopen in een vooropgestelde dresscode. Kleding die al in onze kleerkast hangt, is niet goed genoeg, omdat het zogezegd totaal niet haar smaak is en we dan uit de toon zullen vallen. Een ander voorval heeft te maken met hoe we eruit moeten zien op het trouwfeest. Susan liet weten dat ze een professionele make-upartieste heeft ingehuurd en dat dat tweehonderd Australische dollar per persoon zal kosten. Ik gaf aan dat ik mezelf wel zal opmaken en dat was natuurlijk niet naar haar wens. Met tegenzin stemde ze toe, maar achteraf vernam ik via mijn schoonmoeder dat ze bang is dat ik er te lelijk zal bij­lopen als ik me niet door een profes­sional laat schminken…

Daarnaast snoert ze me telkens de mond als ik heel uitzonderlijk eens over onze trouwplannen vertel. Niet zo lang geleden vroeg ze me zelfs om me gedeisd te houden tot hun feest achter de rug is. En zo kan ik nog tientallen gebeurtenissen opsommen, gaande van absurde verwachtingen over trouwcadeaus tot ons belachelijk maken in het bijzijn van anderen. Ik weet niet of ze beseft hoe pijnlijk haar gedrag en dat soort opmerkingen zijn. Op sommige dagen zit ik zo slecht in mijn vel dat ik een tijdje geleden psychologische hulp heb gezocht om dit alles een plaats te kunnen geven (stil). Op ­aanraden van mijn therapeut heb ik Susan verwijderd van mijn sociale media. We zijn momenteel zelfs niet meer on speaking terms… Martha houdt zich dan weer vooral afzijdig. De afgelopen maanden hebben ­Werner en ik haar meermaals aangesproken en aangegeven dat we ons helemaal niet goed voelen bij deze situatie, maar meer dan de reactie “Ik begrijp het” komt er voorlopig niet uit haar. Ik snap dat ze tussen twee vuren zit en dat ze haar verloofde niet tegen de borst wil stoten, maar het is zo jammer dat onze band intussen zo bekoeld is.’

De incidenten stapelen zich op, gaande van absurde verwachtingen over trouwcadeaus tot ons belachelijk maken in het bijzijn van anderen.

Niet meer te herstellen

‘Ik vrees dat de schade vandaag zo groot is dat die zelfs niet meer te herstellen is. Ik weet niet of de gemoederen zullen bedaren zodra hun trouwfeest achter de rug is. Soms vrees ik dat dit nog maar een topje van de ijsberg is. Ik hoop vooral dat Susan zich een pak minder agressief gaat opstellen en haar bridezilla-allures voorgoed achter zich laat en inziet dat haar gedrag niet door de beugel kan. Maar voor mijn eigen welzijn zou ik hen allebei liever de rug toekeren. Ik voel geen greintje behoefte om hen nog te zien in mijn vrije tijd. Als het aan mij lag, zou ik hen zelfs niet meer uitnodigen voor ons trouwfeest. Jammer genoeg kunnen we hen daarvan niet uitsluiten, om een ruzie met mijn schoonouders te ­vermijden. Voor hen is deze situatie wellicht nog moeilijker dan voor ons, want elke ouder wil dat zijn (schoon-)kinderen goed overeenkomen. Het kan bijna niet anders dan dat zij hier ook onder lijden. Zij voelen die spanning ongetwijfeld ook, ook al spreken we het niet hardop uit, omdat we de lieve vrede willen bewaren…

Mijn getuige denkt dat Martha en Susan gekwetst zijn door het feit dat Werner en ik hun roze bubbel hebben doorprikt. De enige reden waarom we toch van de partij zullen zijn, is omdat mijn schoonouders ons dwingen om te gaan. Maar onze reactie heeft met het financiële plaatje te maken. Je kan van anderen toch niet zomaar verwachten dat ze de centen hebben om naar de andere kant van de wereld te vliegen om er een trouwfeest bij te wonen? Martha en Susan zitten er warmpjes bij. Zo konden ze zonder lening een woning kopen, terwijl wij elke euro moeten omdraaien voor we hem kunnen uit­geven. Het verschil tussen onze ­leefwerelden is zodanig groot dat ze volgens mij ons standpunt niet eens kunnen begrijpen. Ik beweer niet dat Werner en ik nooit iets fout hebben gedaan. Er zal ongetwijfeld ook ­on­begrip zijn van hun kant naar ons toe. Maar als zij tijdens de afgelopen maanden hadden aangegeven dat ze zich door onze reactie gekwetst voelen, hadden we er anders in gestaan.’

Op sommige dagen zit ik zo slecht in mijn vel dat ik psychologische hulp heb gezocht om dit een plaats te kunnen geven.

Voor altijd koude oorlog

‘Als Susan en/of Martha aanvallen, nemen wij een stap terug. Bij een ­volgende aanval nemen we zelfs twee stappen terug, waardoor de kloof ­alleen nog groter is geworden. Wat er moet gebeuren om tot een verzoening te komen? Oprechte excuses zijn een eerste stap in de goede richting, in plaats van verwachten dat Werner en ik als eerste over de brug zullen komen. Niet noodzakelijk excuses voor hun gedrag van de laatste weken en maanden, maar wel verontschuldigingen voor het onbegrip en het totale gebrek aan empathie en inlevingsvermogen. Maar ik vrees dat we daar niet op moeten hopen. Zoals de situatie nu is, heb ik eerder het gevoel dat het voor altijd koude oorlog zal zijn. Ik vermoed dat we het liefst zo weinig mogelijk contact hebben, maar elkaar zullen ­toleren wanneer het écht niet ­anders kan. Op jaarbasis zijn er altijd familiale aangelegenheden waar je onvermijdelijk aan dezelfde tafel komt te zitten. Het kan niet de bedoeling zijn dat mijn schoonouders bijvoorbeeld twee kerstfeesten moeten ­organiseren omdat hun (schoon-­)kinderen met elkaar in de clinch ­liggen, maar zeg nooit nooit.

Wie een jaar geleden had gezegd dat dit zou gebeuren, had ik waarschijnlijk voor gek verklaard. Zo zie je maar hoe snel het tij kan keren… Soms is het beter om afstand te nemen. Mochten ze toch tot inzicht komen en zich excuseren, betekent dat ook niet dat we onmiddellijk zullen vergeven en vergeten. Ik denk oprecht niet dat we dit nog kunnen oplossen door er gewoon eens goed over te praten, maar excuses zouden wel het startschot kunnen zijn om alles wat er ­gebeurd is een plekje te kunnen geven.’

*Francis, Werner, Martha en Susan zijn schuilnamen.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '