Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Kell (34) werd op haar 33ste weduwe en alleenstaande mama toen de liefde van haar leven stierf.

‘Als onze dochter haar volgende verjaardag viert, is ze bijna langer op deze wereld zonder dan met haar papa’

Als je aan weduwes denkt, denk je zelden aan een jonge vrouw met kleine kinderen. Toch overkwam het Kell toen haar man Geert – papa van vijf kinderen – op 49-jarige leeftijd onverwachts overleed.

‘Tijdens de zomer van 2014 startte ik als officemanager in een notariskantoor, waar Geert een van de twee notarissen was. In eerste instantie konden we het helemaal niet zo goed met elkaar vinden. Geert zei amper een woord tegen mij en ik zei bijgevolg niet veel tegen hem. Dat veranderde toen we twee maanden later op de bruiloft van een collega waren en aan de praat raakten.

Die avond weken we niet van elkaars zijde en vanaf dat moment kwam alles in een stroomversnelling ­terecht. Tijdens de daaropvolgende drie weken hebben wij zware ­gesprekken gevoerd. Hoe gaan we dit aanpakken? Nemen we het allebei voldoende serieus om een relatie te laten werken? Niet onbelangrijk, want Geert was niet alleen mijn baas, maar ook zeventien jaar ouder dan ik. Bovendien had hij al drie ­zonen uit een vorig huwelijk, terwijl ik toen nog maar 24 was en op een dag ook mijn kinderwens wilde ­vervullen. µ

Hoe stond hij daar tegenover? We waren nog geen maand samen toen Geert met zijn koffers aan mijn voordeur stond en bij mij introk. Het was alsof alle puzzelstukjes op hun plaats vielen. ­Hoewel we uit twee verschillende werelden kwamen, beschouwde hij ons vanaf het begin als gelijken. Hij droeg me op handen en ik keek naar hem op zoals ik nog nooit naar iemand had opgekeken. Ik had alleen maar bewondering voor wie hij was en de manier waarop hij in het leven stond.

Geert was de meest empathische man die ik ooit ben tegengekomen, en hij was dan ook nog eens onwaarschijnlijk intelligent. Overal waar wij kwamen, wist hij wel iets te vertellen. Als ik slechts één procent onthou van alles wat Geert zegt, is het nog altijd oké, dacht ik (lacht).

In april 2015 kochten we samen ons allereerste huis, begin januari 2016 vroeg hij mij ten huwelijk en ons ­jawoord gaven we een half jaar later. Zes jaar geleden werd onze zoon geboren en na de komst van onze dochter in 2020 was ons gezin compleet. Dolgelukkig waren we met ons gezin van zeven.’

Nietsvermoedend naar bed

‘Zijn lach was zijn handelsmerk. Er is geen enkele foto van hem te vinden waarop hij niet breed glimlacht. Door onze vrienden wordt Geert vaak omschreven als de lijm. Hij kon als geen ander mensen verbinden en werd niet voor niets de notaris van het volk genoemd.

Het aantal keer dat ex-geliefden in ruzie het notariaat binnenkwamen om hun scheiding te regelen en al lachend het kantoor verlieten, is niet op één hand te tellen. Echt een bijzonder mens, die gezelligheid, vrienden en familie heel hoog in het vaandel droeg.

Naar goede gewoonte gingen Geert, de kinderen en ik bijna elk jaar met een groep van twintig vrienden op skivakantie naar Livigno in Italië. ­Vorig jaar hebben we even getwijfeld om uitzonderlijk een jaartje aan ons voorbij te laten gaan, aangezien onze twee jongsten nog zo jong waren, maar we besloten er het beste van te ­maken.

Die vakantie zou Geert zijn oudste zoon zijn achttiende verjaardag vieren, dus de après-ski zou voor hem een totaal andere beleving worden. Na een eerste moeizame dag – waar de focus vooral op uitpakken en orde in de chaos scheppen lag – kon onze vakantie beginnen.

De volgende ochtend waren zijn oudste zonen zo lief om aan te bieden om met ­de jongste twee te gaan zwemmen, zodat Geert en ik konden skiën. Ik herinner me nog dat we bovenaan op de berg stonden, een foto maakten en tegen elkaar zeiden: ‘Zie ons hier nu eens staan. Wat voor een dikke gelukzakken zijn wij. Dit kan toch niet goed blijven gaan?’ We hebben dat letterlijk benoemd, wat achteraf bekeken heel maf is, alsof we wisten dat nog geen 24 uur later het noodlot zou toeslaan…

Geert en ik genoten nog van een gezellige après-ski en een heerlijk diner met al onze vrienden en speelden op onze hotelkamer nog een spelletje Yahtzee zoals we dat overal ter wereld deden en kropen nietsvermoedend onder de wol.

Er was geen vuiltje aan de lucht, tot tijdens de ochtend van 12 april 2023 zijn hart zomaar stopte met slaan… Ik was in paniek toen hulpverleners Geert begonnen te reanimeren. Voor wij een relatie kregen, had hij al twee hartinfarcten gehad. Daardoor was ik ervan overtuigd dat we er ook nu met de schrik van af zouden ­komen. Ik dacht totaal niet dat dat het einde was, tot ze meedeelden dat ze niets meer voor Geert konden betekenen. Het begin van een nachtmerrie die sindsdien niet meer gestopt is.’

Administratieve mallemolen

‘Geert heeft niet geleden en dat is absoluut een troost, maar we konden ook geen afscheid nemen, en dat is dan weer ongelofelijk wrang… We hadden ook nog nooit over de dood ­gesproken en plots zat er een begrafenisondernemer aan onze ontbijttafel. Geert zou zeggen dat zijn afscheid niet over the top moest zijn, maar tegelijkertijd stond hij graag in de belangstelling.

Natuurlijk zou hij willen dat het groots was en er allerlei zaken over hem verteld werden, dat mensen eens goed zouden huilen én lachen. Doordat Geert in het buitenland is gestorven, was het niet zo evident om zijn lichaam terug naar België te krijgen, maar veel van dat geregel hebben vrienden op zich genomen en is in een roes aan mij voorbijgegaan.

Tien dagen na zijn overlijden werd hij begraven, in het bijzijn van bijna duizend aanwezigen. Een van onze goede vrienden is ceremoniemeester en sprak zowel op ons huwelijk als op Geerts uitvaart. Zijn allerbeste vrienden droegen de kist naar binnen, wat een onwaarschijnlijk zwaar en emotioneel moment was.

De dienst hing aan elkaar met persoonlijke teksten door vrienden en familie en liedjes die voor ons en Geert een bijzondere betekenis hadden. Waaronder de Foo Fighters. Toegegeven, we waren vooraf een beetje bang voor de controverse. Maar het was luid en de boodschap kwam binnen. Geert was gek op de Foo Fighters. Ik vond ze… goed. Dat was al jaren een running gag tussen ons.

Intussen zijn we bijna anderhalf jaar verder en af en toe stel ik me de vraag of ik al écht besef dat ik Geert kwijt ben. Na zijn overlijden kwam ik terecht in een mallemolen van administratie en schakelde ik over op de automatische piloot om alles gebolwerkt te krijgen. Want er komt abnormaal veel op je af, terwijl voor de kinderen ­zorgen én zelf overeind blijven al zoveel kracht kost.’

Niet meer de tijd om nog te breken

‘In alle opzichten leek Geert onoverwinnelijk. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik denk dat hij straks zal thuiskomen, maar zolang ik bezig blijf en niet te lang stil zit, lijkt het alsof ik er niet mee hoef om te gaan. De uitvaartdienst werd opgenomen – vooral omdat Tuur en Camille nog zo klein waren – en als ik die opname herbekijk, komt het keihard ­binnen, alsof ik het voor de eerste keer meemaak.

Ik krijg regelmatig te ­horen dat ik sterk ben, wat uiteraard goedbedoeld is, maar daardoor lijkt het soms alsof het moment om te breken al gepasseerd is. Ik vind het heel moeilijk om in het bijzijn van anderen te huilen. Na een sessie bikramyoga heb ik voor de eerste keer zot hard gehuild. Ik voelde toen voor het eerst hoe leeg mijn lichaam was, om niet veel later te denken dat ik mezelf weer bij elkaar moest rapen. Want wat als ik mijn emoties volledig toelaat en niet meer uit dat verdriet kom?

Ik breek bijvoorbeeld op terugrit van een barbecue bij vrienden, wanneer ik alleen naar huis rij, maar ik ga het verdriet heel vaak uit de weg. Ik probeer aan mijn omgeving duidelijk te maken dat ik oké ben en nog overeind sta, maar dat maakt het voor anderen ook wel moeilijk om in mijn buurt te zijn, aangezien zij niet altijd weten wat ze voor mij kunnen doen.

Ik krijg nog steeds de vraag hoe het nu gaat, maar tussen de lijnen door lees ik soms dat mensen geen eerlijk en uitgebreid antwoord willen. Er zijn mensen die er altijd staan, maar er zijn er ook die naar de achtergrond verdwenen zijn omdat ze het te ­confronterend vinden.’

Geen nieuwe herinneringen

‘Tijdens die eerste weken en maanden kwam mijn mama geregeld bij ons slapen. Zij stond dag en nacht voor ons klaar, maar ik weet hoe erg ik het vond om mijn kinderen zo verdrietig te zien. Aan onze kinderen moeten meedelen dat hun papa er niet meer is, is het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen. Zeker ten opzichte van onze jongsten, want in welke mate begrepen zij destijds het concept van de dood? Ik wilde niet liegen over het gegeven dat hun papa een ster was geworden, uiteindelijk hebben ze die invulling zelf wel gemaakt.

Ik ben mijn man verloren en vind dat voor mezelf heel erg, maar mijn eigen verlies kan ik nog enigszins managen. Hoe mijn kinderen hiermee omgaan, daar heb ik totaal geen controle over. Een vriendje van mijn zoon zei onlangs dat zijn papa hem kwam halen van de hockeytraining, waarop hij antwoordde dat zijn papa dat nooit meer kan doen.

Ik heb geleerd om niet meer in te grijpen, maar soms wil ik mijn kin­deren beschermen en hen uit zo’n gesprek halen. Ik wil hen de ruimte geven om altijd over Geert te praten en wil in geen geval dat ze ooit het gevoel hebben dat er over hun hoofd wordt gesproken. Zij maken dit evengoed mee, al hebben ze door hun leeftijd nog niet altijd de woorden om hun gevoelens te uiten.

Kort na het overlijden liet ik voor de kleinsten een fotoboek maken, waardoor ze elke avond voor het slapengaan bladeren. Ik vind het verschrikkelijk om naar foto’s te kijken, want als ik kijk, dan breek ik. Mijn kinderen mogen mij verdrietig zien, maar ik wil hen niet elke keer zo de nacht in sturen.

Ik ben bang dat ik hen tekortdoe, dat ik zonder Geert niet aan al hun behoeften kan voldoen. Ik probeer zowel de rol van mama als van papa op te nemen, maar ik zal Geert nooit kunnen vervangen en ik kan hem helaas ook niet terugbrengen. Nog elke week stellen ze de vraag wanneer ik doodga en wie er voor hen gaat zorgen als ik er niet meer ben. Dat is ongelofelijk heftig.

Vooral onze jongste zoon is intussen op een leeftijd dat hij bij de pinken is. Af en toe wil hij er bij mij de angel uithalen en zegt hij: “Mama, als het je even te veel wordt, ga dan even naar buiten om in en uit te ademen.” Of hij probeert te bemiddelen tussen mijn dochter en mij, want er is geen derde partij meer. Het zijn altijd zij en ik. Zij spreken net als ik graag over Geert, maar ik worstel wel met de vraag of mensen het niet beu zijn om voor de zoveelste keer een bepaalde anekdote te ­horen, want er worden geen nieuwe herinneringen meer gemaakt.’

Aperitieven op het kerkhof

‘Sinds Geert er niet meer is, kwamen verschillende uitdagingen op mijn pad. Een daarvan had ik nooit kunnen inschatten: dat is ­bewijzen dat ik hier in geen enkel opzicht ­beter van ben geworden. Ik kreeg al eens te horen dat ik er financieel toch niet op achteruitgegaan ben, dat onze kinderen op achttienjarige leeftijd een groter startkapitaal zullen hebben dan waar velen maar van kunnen dromen. Niemand kan onze rekening maken, maar ik zou meteen in een caravan gaan wonen als het maar met Geert aan mijn zijde was.

Er zijn maar weinig mensen die erbij stilstaan dat ik voor de rest van hun jonge leven alle kosten voor de kinderen in mijn eentje zal moeten dragen, van zomerkampen tot hobby’s en van vakanties tot verder studeren aan de hogeschool of de universiteit. Ik heb recht op een weduwe-uitkering, maar in feite ben ik te jong om weduwe te zijn.

Omdat we samen twee minderjarige kinderen hebben, krijg ik die ­uitkering voor een periode van vier jaar, maar dat wil ook wel zeggen dat ik binnen die termijn de draad van mijn leven opnieuw moet op­nemen. Zelfs al heb ik ooit een nieuwe partner, die gaat onze kinderen nooit door dezelfde ogen zien als Geert en ik.

Dat is een van de vele situaties waarmee ik te maken krijg, die waarschijnlijk herkenbaar is voor andere jonge weduwes en weduwnaars. Ja, ik had mijn huis misschien niet kunnen kopen als Geert niet was gestorven, maar ik had ook niet in deze situatie ­gezeten als Geert er nog zou zijn.

“Je hebt toch bijna tien goede jaren gehad”, is nog zo’n reactie die ik weleens krijg. Ook dat klopt, maar dat maakt de rest van het leven niet goed. Als onze dochter haar volgende verjaardag viert, is ze bijna langer op deze wereld zonder dan met haar papa. Ik ben dankbaar voor de bijna tien jaar die ik aan zijn zijde mocht doorbrengen, maar ik vind het ook oneerlijk.

Ik ben bang, zo bang, want Geert was en is voorgoed de liefde van mijn leven. Ik ben me ervan bewust dat sommige mensen nooit zulke liefde tegenkomen en ik heb dit al eens mogen ervaren, dus hoe groot is de kans dat dit nog een keer zal gebeuren? Ooit ontmoet ik hopelijk iemand die een beetje in de buurt komt, maar ook dat ­uitspreken, is heel moeilijk.

Dat wil absoluut niet zeggen dat ik daar op dit ogenblik behoefte aan heb, laat staan dat ik Geert vergeten ben en wil doorgaan, maar tegelijkertijd wil ik niet voor altijd alleen blijven. Ik hoop dat mijn kinderen ooit een vaderfiguur hebben met wie ze ­opnieuw in de tuin kunnen ravotten. Maar als ik morgen iemand zou kussen, denk ik dat mijn recht op verdriet weg is, want het lijkt alsof ik niet het een én het ander op hetzelfde moment kan hebben.

Met Geert stierf een stukje van wie ik was en groeide er een ander stukje in de plaats. Dat stukje moet ik nog volop uitzoeken, alsof ik mezelf opnieuw moet leren kennen. Mensen hebben gelijk als ze zeggen dat ik nog een heel leven voor mij heb, maar ik heb nog nooit zo wankel en onzeker in mijn schoenen gestaan. Maar ik weet ook dat Geert trots zou zijn dat we er vandaag nog allemaal staan, dat we nog geregeld met z’n allen naar het kerkhof gaan om aan zijn laatste rustplaats te aperitieven en zijn en ons leven te vieren. Hij zou het niet anders gewild hebben.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '