'Ik ben toen in het ziekenhuis wakker geworden, boos omdat ik nog leefde.'
Julie (25) overleefde 2 overdosissen
‘Ik verblijf nu al 3,5 maand op de psychiatrische afdeling voor jongeren met een drank- of drugsverslaving. In het begin schaamde ik me diep. Ik, in de psychiatrie? Ik probeerde het te verstoppen. Alsof die stempel erger was dan elke dag dronken of high thuis zitten. Terwijl ik nu zó trots ben op mezelf. Ik ben hier zelf komen aankloppen op zoek naar hulp. Eindelijk besef ik hoeveel kracht ik in me heb. Ze vertellen je hier dat de meeste mensen door verschillende fases gaan voor ze verslaafd raken. Van experimenteren naar sociaal gebruik, en zo gaat dat verder tot je verslaafd bent en de natuurlijke rem die in je hersenen je middelengebruik controleert, kapotgaat. Ik denk dat ik nooit zo’n rem heb gehad.’
Mijn vrienden vonden het heel grappig: Julie is weer zat. Maar er was niks lolligs aan.
‘Ik was vijftien toen ik de eerste keer dronk. Een kriek, zoals veel meisjes. Maar al die eerste avond ging ik veel te ver: ik herinnerde me er de volgende dag amper iets van. Ook de jaren daarop volgden veel black-outs. Alcohol werd al snel een groot probleem. Ik woonde nog thuis, dus ik kon tijdens de week niet drinken, maar elk weekend dronk ik me lam. Sterkedrank aangelengd met frisdrank of fruitsap, zodat je de drank niet te veel proefde. Ik werkte in het jeugdhuis en werd omringd door vrienden die ook veel dronken. Ik heb domme stoten uitgehaald, waar ik me ongelofelijk voor schaam. Op straat wakker worden en niet meer weten hoe ik daar beland was, bijvoorbeeld. Of op de toog in slaap vallen, waarna de barman me thuis moest brengen. Of buitengesmeten worden in cafés of clubs omdat ik zo wild was. Mijn vrienden vonden dat heel grappig; Julie is weer zat. Maar grappig was het allang niet meer.’
Te gevoelig
‘Soms probeerde ik wel te minderen, maar dat lukte nooit lang. Volgens mijn therapeut was – en ben – ik hypersensitief. Mijn vader dronk veel en mijn ouders hadden al sinds ik klein was vreselijke ruzies. Roepen, schreeuwen, tieren... Ik wist nooit wanneer de boel weer zou ontploffen, en ik liep continu gestrest rond. Ik had al heel jong het gevoel dat ik voor mezelf en m’n zusje moest zorgen. Dat was te veel voor mij. Ik wilde niet meer nadenken en niets meer voelen, dus dronk ik. Ik dacht dat alcohol daarbij hielp. Ik had het voorbeeld van mijn ouders gezien.Ik was twintig toen ik een overdosis nam. Ik had al langer zwarte gedachten, maar die kon ik bij niemand kwijt. Er was niemand die me hielp mijn problemen te relativeren. Ik had af en toe een vriendje, maar dat waren meestal geen goede jongens, al kon ik dat toen niet zien.’
Mijn vriend had me gedumpt én ik ontdekte dat ik zwanger was. Ik spoelde alle medicatie die ik kon vinden door met liters drank.
‘Ook mijn laatste vriend dronk te veel en sleepte me mee. Net nadat hij me had gedumpt, ontdekte ik dat ik zwanger was. Dat was mijn breekpunt. Alle miserie moest gewoon stoppen. Dus ik nam alle medicatie die ik kon vinden en spoelde die door met liters drank. Mijn vader heeft me net op tijd gevonden en de ambulance gebeld. Ik ben toen in het ziekenhuis wakker geworden, boos omdat ik nog leefde. Toen pas werd voor mijn omgeving duidelijk hoe slecht het met me ging. Ik verwijt hun dat niet, want ik verborg het heel goed. Als we met de familie gingen eten, dronk ik frisdrank. Zij dachten dat ik geen alcohol lustte, maar ik deed het omdat ik wist dat ik anders nooit zou kunnen stoppen.’
Goede leugenaar
‘Ik ben na die overdosis een week opgenomen in een crisisafdeling voor drugsverslaafden. Ik ben toen op verzoek van mijn ouders ook in therapie gegaan, maar ik bleef verbergen hoe groot mijn alcoholprobleem was. Ik vond zelf trouwens dat ik geen probleem had. Ik dronk gewoon af en toe iets om me beter te voelen. Zelfs tegen mijn therapeut loog ik, want ik moest me moed indrinken voor ik naar hem toe ging. Ik ging samenwonen met mijn beste vriend omdat het thuis niet meer leefbaar was, maar natuurlijk werd het toen nog erger. Zonder enige vorm van sociale controle begon ik ook in de week te drinken. Ik loog tegen iedereen, maar voelde me ook schuldig tegenover mijn vrienden en familie. Wat deed ik iedereen toch aan? Ik kreeg al mijn gevoelens niet verwerkt, ook niet die van de afgebroken zwangerschap, en begon nog meer te drinken. Het is raar; ik ben eigenlijk een slechte leugenaar, maar over mijn drinken heb ik altijd met gemak gelogen. Typisch gedrag van een verslaafde... Fysiek heb ik me vooral slecht gevoeld toen ik hier in opname kwam. Ik heb dagen lopen trillen, was duizelig en moest continu overgeven door de ontwenning. Dat overgeven heeft nog een tijd aangesleept, maar al met al ben ik fysiek vrij snel hersteld. Ik denk dat ik sterker ben dan ik eruitzie. Ik had er gewoon echt genoeg van toen ik hier kwam, ik wilde af van de alcohol. Er bleef niets meer over van mij, van het meisje dat ik ooit geweest was. Ik was iemand die haar best deed om iets van haar leven te maken. Ik was geëngageerd, werkte als vrijwilliger bij de speelpleinwerking, zat in de jeugdraad op school en deed aan competitiesport. Die Julie was helemaal verdwenen door de drank. Ik heb wel verder gestudeerd en heb wonder boven wonder zelfs twee bachelordiploma’s gehaald. Ongelofelijk, want ik dronk al voor ik naar een examen ging. Na mijn studies ging ik werken, maar toen dronk ik al drie flessen wijn per dag en woog nog amper 47 kilo.’
En toen was er coke
‘Ik woonde samen met mijn toenmalige vriend, die af en toe cocaïne gebruikte. Tot dan toe was ik altijd van drugs afgebleven, omdat ik ook wel besefte dat ik niet veel nodig zou hebben om eraan vast te zitten. Maar op een dag waren we samen op een feestje waar zowat iedereen om 6 uur ’s ochtends nog zonder problemen verder feestte, terwijl ik kapot was, dus ik heb een lijntje gesnoven. Echt dom, want ik was er meteen aan verslingerd. Gelukkig is cocaïne een vrij dure drug, anders was het nog erger geworden. Al heb ik er nu ook al duizenden euro’s spaargeld doorgejaagd... Ik werkte met jongeren en heb gelúkkig altijd nog het basisbesef gehad van wat goed en fout was. Mijn eigen leven kapotmaken, tot daaraan toe. Anderen wilde ik er niet in meesleuren. Dealen heb ik bijvoorbeeld nooit gedaan, ook al werd het me geregeld voorgesteld. Ik heb nooit gestolen of iemand pijn gedaan, en ik dronk ook nooit tijdens mijn werk.’
Ik heb toen alle coke genomen die in huis was, tot ik bloed begon over te geven.
‘Maar pas toen mijn vriend wegging, besefte ik dat ik het niet meer alleen aankon. Ik heb toen alle coke genomen die in huis was, tot ik bloed begon over te geven. Gelukkig heeft een vriend me toen gevonden. De herinnering is heel vaag, maar ik besefte wel dat ik dringend iets moest veranderen. Ik ben toen gestopt met werken, om mijn problemen aan te pakken. Samen met die vriend ben ik een paar weken op reis gegaan, weg van alles en iedereen die gebruikte. Ik bleef een paar weken clean, maar terug in België herviel ik. Het keerpunt kwam een paar maanden later, na een grote ruzie met mijn huisgenoot. Ik had mijn vinger gebroken omdat ik – onder invloed – zo hevig ruzie met hem had gemaakt. Mijn jongere zusje is toen met me naar de spoeddienst gegaan. Ze sméékte me daar om me te laten helpen. Dat kwam eindelijk aan. Ik had zolang voor haar gezorgd, terwijl ik haar nu compleet in de steek had gelaten. Daar zat ik alleen; in een vuile studio, zonder werk en zonder vrienden, maar wel omringd door gebruikers. Het waren mensen die ik amper kende en die van me profiteerden. Mijn zusje had ik opzijgeschoven, terwijl we er altijd voor elkaar geweest waren. Ik stelde mijn ouders continu teleur. Waarvoor was ik eigenlijk nog goed? Ik was begonnen met drank omdat ik dingen wilde vergeten, maar plots was ik mezelf kwijt. Toen heb ik de telefoon gepakt en heb ik naar hier gebeld met de vraag of ze me alsjeblieft wilden helpen.’
De junkie-jij
‘We zijn hier nu met drie meisjes in een groep van twaalf. Stevig in de minderheid, dus. Toch zag ik in mijn omgeving evenveel meisjes die worstelden met alcohol en drugs. Ik denk dat ze langer onder de radar blijven: er is meer schaamte om het toe te geven, dus steken ze het weg. Veel jongens worden ook ontmaskerd als gebruiker omdat ze beginnen dealen om hun eigen verslaving te betalen en dan betrapt worden. Ik heb alleszins veel aan de twee andere dames. We begrijpen elkaars onzekerheden. We worstelen met dezelfde schuldgevoelens en met dezelfde schaamte. Dat is heftig, hoor. Je moet beseffen dat de dingen die je gedaan hebt, niet ingegeven waren door jou. Het was de junkie-jij.’
Je moet beseffen dat de dingen die je gedaan hebt, niet ingegeven waren door jou. Het was de junkie-jij.
‘Er is hier ook veel begrip. Buiten hoor je vaak: Stop er toch gewoon mee, maar hier weten ze dat dat zonder hulp niet lukt en dat je ziek bent. Dat je wel wil, maar het niet alleen kan. Dat betekent niet dat het geen schok was om hier te komen. Mijn gsm werd afgenomen, ik mocht geen contact hebben met mijn zus, en ik moest alle sociale media afsluiten om te vermijden dat ik contact had met gebruikers. Op een bepaalde manier kwam er een zekere rust over mij. Ik kon niet meer weglopen van mijn problemen, maar ik mocht het ook vaak overlaten aan iemand anders. Iemand anders zou nu voor me zorgen. Ze vertelden me wanneer ik moest slapen, opstaan en eten. Ik had dat toen nodig. Ik heb er dan ook geen moment aan gedacht om weg te gaan, ook al deden anderen dat wel. Ik was er klaar voor.’
Een van de gelukkigen
‘Ik kan nu eindelijk zeggen dat mijn papa er gelukkig op tijd bij was toen ik die overdosis nam. Dat ik blij ben dat ik niet ben gestorven. Ik heb dat lang niet gekund, want ik voelde het zo niet aan. Pas hier heb ik weer levenskracht gevonden, omdat ik nu clean ben. Nu pas besef ik hoeveel erger alcohol en drugs mijn leven maakten. Je drinkt omdat je denkt dat het je gelukkiger maakt, maar het trekt je nog harder naar beneden. Ik maak me nu klaar om hier weg te gaan. Ik doe wat vrijwilligerswerk en werk mee aan kampen voor jongeren. Ik voel dat ik dat graag doe en er goed in ben, en dat geeft me weer zelfvertrouwen. Ik zoek werk, maar dat is natuurlijk niet simpel met een gat van een jaar in mijn cv. Ik heb voorlopig geen grote dromen. Ik wil graag werk vinden, alleen gaan wonen en mezelf weer op de rails krijgen. En dan misschien een goed lief vinden. Maar de belangrijke dingen eerst (lacht). Mijn grootste wens is nu gewoon om clean te leven.’
Lang heb ik het niet gekund, maar nu kan ik oprecht zeggen dat ik blij ben dat ik niet ben gestorven.
‘Hier weggaan voelt dubbel. Het is beangstigend. Ga ik het wel alleen kunnen? Maar ik heb ook echt zin om er zelf aan te beginnen. Ik voel me sterk. Sowieso word ik nog een tijdje van dichtbij opgevolgd en kan ik bij mijn begeleiders terecht. Ook van mijn ouders en zus krijg ik veel steun, en daar ben ik hen enorm dankbaar om. Al met al ben ik hier nog vrij goed uit gekomen, dat besef ik. Ik heb geen schulden, heb nog enkele vrienden over, mijn lijf is nog niet onherstelbaar kapot en ik heb het nog niet helemaal verpest bij mijn familie. Ik heb geen strafblad en kan dus nog met kinderen werken. Ik heb geluk gehad. De dokter heeft me gewaarschuwd dat het eerste jaar nuchterheid vaak ongelofelijk vlak en saai aanvoelt. Dat je je daardoor moet worstelen. Als je verslaafd bent, wordt je genotscentrum immers zo hard aangetast dat je alleen nog reageert op extreme dingen. Ik begrijp wat hij zegt, en soms weet ik inderdaad geen blijf met mezelf, maar toch geniet ik al enorm van de kleine dingen. Onlangs heb ik voor mezelf een nieuw jurkje gekocht, en dat was superlang geleden. Ik geniet nu ook van aan tafel zitten, een normaal gesprek voeren, buiten in de zon zitten, het gras voelen aan mijn voeten, naar bomen en vogels kijken, mijn wekker die afgaat en dan kunnen ontbijten, opnieuw buiten durven te komen zonder dat ik me moed moet indrinken... Ik hou ervan om te kunnen opstaan en geen behoefte te hebben aan alcohol of drugs. Het voelt alsof ik herboren ben. Maar ik mag nooit vergeten hoe erg het was, hoe diep ik zat en hoe gevaarlijk alcohol voor mij is. Een verslaving is immers een vies beestje. Eén wijntje, en binnen een week zit ik weer aan drie flessen per dag. Daar wil ik nooit meer naar terug. Onlangs was ik op een openluchtfestival, en naast me stond een kennis van een vriendin. Die kerel had niet geslapen, had superveel gedronken en stond dronken tegen iedereen te lallen. Ik kon alleen maar denken: was ik ook ooit zo? Ik wil daar echt nooit meer naar terug.’
Heb je vragen over zelfdoding of wil je met iemand praten? Dat kan, gratis en anoniem. Op www.zelfmoord1813.be of www.tele-onthaal.be kan je chatten, bellen kan op de nummers 1813 (Zelfmoordlijn) of 106 (Tele-Onthaal).
Nog meer straffe verhalen:
- Caroline (27) is extreem allergisch voor pinda’s, noten en soja
- Joke (35) viel voor een 27 jaar oudere man
- Lisanne (25) heeft een obsessie voor het getal vier: ‘Pas toen mijn relatie op de klippen liep, besloot ik om hulp te zoeken’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier