'Hij heeft gezegd dat hij er een vechtscheiding van zal maken.'
Lieve wil scheiden maar is financieel afhankelijk van haar man
‘Vijfendertig ben ik. Als ik opnieuw wil beginnen, moet ik het nu doen. Ik lig er ’s nachts over te denken, te dromen. Hoe ik een nieuw huis zou zoeken. Het gezellig maken voor de kinderen en mezelf. Hoe ik weer de vrijheid zou hebben om te ademen, te leven. Misschien zelfs om opnieuw verliefd te worden op een bepaald moment...
Ik geniet van die momenten waarop ik vlucht in mijn hoofd. Maar iedere keer opnieuw moet ik de realiteit onder ogen zien. Ik kan niet weg. Ik heb vier kinderen, geen werk, geen huis, geen geld. Waar moet ik heen?’
Wéér zwanger...
‘Karel en ik kennen elkaar van toen ik nog op school zat. Ik zat in mijn laatste jaar middelbaar, hij was drie jaar ouder en werkte al in het bedrijf van zijn vader. Smoorverliefd was ik op hem, en hij op mij. Toen ik mijn middelbare diploma op zak had, vroeg hij me om bij hem in te trekken.
Drie maanden later was ik zwanger. Ik was net aan mijn opleiding tot kinesist begonnen, ben er dan maar mee gestopt. Karel was ambitieus, hij zou zorgen voor mij en ons kindje, zei hij. Ik nam me voor om na de geboorte van de baby opnieuw te gaan studeren, maar het eerste jaar als nieuwe mama was heftig, en net toen ik een beetje op mijn plooi kwam, werd ik opnieuw zwanger.
Even was er de paniek. Ik wilde iets opbouwen voor mezelf, niet afhankelijk zijn van Karel. Maar hij zag het probleem niet. Hij verdiende goed, zou -alleen maar meer gaan verdienen – zijn vader zag hem als zijn opvolger.
Ik had toen mijn studieplannen moeten doorzetten. Maar ik was zo vol van onze dochter, en al zo bezig met de baby die onderweg was. En voor je het weet, ben je jaren verder. Vier kinderen hebben we nu. Ik ben met hen alle vier even blij, hou ontzettend veel van hen. Maar ik moet wel eerlijk zijn: zonder hen was ik al lang vertrokken.
Ik ben niet meer gelukkig in mijn huwelijk, al vijf jaar niet meer. Karel is intussen effectief de baas van het bedrijf, en het heeft hem veranderd. Ooit waren we happy met een picknick in het park, met een stuk brood, wat kaas en een goedkope fles wijn. We hadden elkaar, en dat was onbetaalbaar. De Karel van vandaag staat daar lijnrecht tegenover. Een Porsche voor de deur, -designermaatpakken, vakanties naar Zuid-Afrika, dát telt nu voor hem.
Jaren heb ik hem gevraagd meer tijd te maken voor mij, voor ons. Ik heb hem gezegd dat ik hem miste, dat we uit elkaar aan het groeien waren. In het begin hield hij er nog – even – rekening mee, maar de laatste jaren lijkt het of ik niet meer ben dan een ornament. Ik ben er voor tijdens etentjes met zakelijke contacten, om avondjes te regelen en organiseren, zijn pronkstuk.
Maar hij en ik? We hebben niks meer. Ik ben geen geldwolf, voor mij hoeft het niet alsmaar meer, beter, groter. Voor Karel wel. Daarom vind ik het zo verschrikkelijk frustrerend dat wat ons uit elkaar haalde mij nu verhindert om te vertrekken. Geld.’
Alimentatie? Vergeet het maar!
'Ik heb niet veel nodig, ben gelukkig met kleine dingen. Maar zonder geld kan ik niet leven, hé. Ik heb geen diploma’s, geen werkervaring. Ik zou als verkoopster aan de slag kunnen gaan, maar hoe kan ik werken tot half zeven ’s avonds met vier kinderen? Hoe kom ik rond met zo’n klein loon? Het is gewoon niet haalbaar.
Op alimentatie hoef ik niet te rekenen, dat heeft Karel me meer dan duidelijk gemaakt toen ik hem vertelde dat ik bij hem weg wilde. Hij heeft niet eens gevraagd of we “ons” nog konden redden. Hij heeft niet eens gezegd dat hij me niet kwijt wilde. Hij heeft me alleen duidelijk gemaakt dat hij er alles aan zal doen om dwars te liggen als ik wegga.
“Desnoods laat ik het bedrijf failliet gaan”, zei hij. “Ik begin gewoon opnieuw, maar dan met een constructie waardoor jij geen euro krijgt.” Hij heeft gezegd dat hij er een vechtscheiding van zal maken. Ik heb in zijn ogen gekeken toen hij vroeg of ik dat onze kinderen wil aandoen. Ik wéét dat hij het meent. Dat is de man die hij is geworden. Alleen geld telt nog.
Ik zou zo graag weg willen. Zo ongelofelijk graag. Maar ik vrees dat ik vast zit. Als de jongste gaat studeren, dan ga ik weg, heb ik mezelf voorgenomen. Dat is nog dertien jaar. Als ik eraan denk dat ik het nog zo lang moet uithouden in een koud, liefdeloos huwelijk, kan ik wel huilen...’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier