‘Of ik nog geloof weet ik niet, in de mensheid alleszins niet meer.’
Linda (59) getuigt over misbruik door broeder in ‘Godvergeten’: ‘Op mijn 17de sloeg ik zijn hoofd tegen de kast en liep ik weg’
Het leven van Linda (59) werd overschaduwd door de vreselijke nachtmerrie die ze als kind meemaakte. Van haar dertien tot haar zeventien misbruikte een broeder haar op school en werd ze bedreigd en gedwongen om te zwijgen. Ze getuigde moedig in de VRT Canvas-reportage ‘Godvergeten’ en vertelt nu ook aan Flair haar pijnlijk verhaal over misbruik in de kerk.
‘Ik ben vier jaar lang misbruikt geweest door een broeder op een Brusselse school. Dat was een vreselijke periode. Ik was dertien toen het misbruik begon, ik zat toen een jaar op de school. Hij was destijds 45 jaar. De broeder infiltreerde zich zodanig in mijn gezin dat hij een vriend werd van mijn vader. Jarenlang hield hij die schijn op door op bezoek te komen bij mijn ouders, maar ondertussen ook niet van mij af te blijven. Ik durfde jarenlang niets te doen of te zeggen, want hij dreigde me van school te sturen. Op mijn zeventiende besloot ik zijn hoofd tegen de kast te slaan en weg te lopen. Maar erover praten en hem confronteren durfde ik nog lang niet.’
Je hebt hem uiteindelijk wel geconfronteerd. Hoe verliep dat?
‘Rond mijn dertigste hoorde ik opeens dat hij gepromoveerd zou worden tot broeder-overste omdat hij zo’n hardwerkende en goede broeder was. Ik kon dat écht niet aanhoren. Ik belde hem toen op, op een zondag, en liet hem weten dat ik de dag erna met mijn verhaal naar buiten zou komen. Hij schrok en zei: “Jij toch niet, zo’n brave” en loog dan dat hij niet meer wist wat hij had gedaan. Ik belde toen naar de directeur van de school, een leek en dus geen broeder, en die confronteerde hem de dag erna. Mijn misbruiker werd dan weggestuurd naar Nederland, als vlucht bleek al snel.’
Rond mijn dertigste hoorde ik opeens dat hij gepromoveerd zou worden tot broeder-overste omdat hij zo’n hardwerkende en goede broeder was. Dat kon ik niet aanhoren.
Heb je je lang moeten voorbereiden op dat telefoontje?
‘Nee, eigenlijk helemaal niet. Ik was toen zo kwaad dat hij altijd werd afgeschilderd als een goede man, zelfs bijna een heilige. Ik heb een paar dingen opgeschreven en hem gewoon opgebeld. Ik voelde me op dat moment heel sterk, en nu eigenlijk nog steeds.’
Heb je hem daarna nog gecontacteerd?
‘Ja, ik ben samen met Rik Devillé (priester die zich sinds de jaren 90 inzet voor de slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk, ook te zien in ‘Godvergeten’, red.) en de provinciaal van de Broeders Maristen de confrontatie aangegaan en heb hem de feiten nogmaals voorgelegd. Rik dwong hem toen om op een papiertje te schrijven dat hij me jarenlang had misbruikt, als bewijs. Als hij dat niet had gepusht, dan had ik helemaal niets gehad, want hij bleef achteraf zeggen dat hij niets meer wist. En dat bleek de tactiek toen – en nu nog steeds – van vele priesters en nonnen te zijn. Dat briefje is dus mijn bewijs.’
Leeft hij nu nog?
‘Nee. Hij heeft zijn laatste jaren in een rusthuis in Leuven doorgebracht. Hij is daar zogezegd dement geworden en gestorven.’
Je hebt zelf ook kinderen. Heeft dat iets bij jou teweeggebracht?
‘Ja, echt wel. Toen ik mijn dader opbelde was ik al mama van vier en was mijn jongste kindje nog een baby. Ik kon me niet voorstellen dat zij zoiets zouden moeten meemaken. Ik vond die gedachte alleen al schrijnend. Dat gaf me nog een extra boost om met mijn verhaal naar buiten te komen.’
Toen ik mijn dader opbelde was ik al mama van vier en was mijn jongste kindje nog een baby. Dat gaf me een extra boost om met mijn verhaal naar buiten te komen.
Neem je het je eigen ouders soms kwalijk dat ze het destijds niet zagen?
‘Nee, niet echt. Ik was enig kind, streng opgevoed en mijn grootmoeder woonde bij ons in. Ik durfde dat als kind niet tegen hen te zeggen. Ik zat eigenlijk altijd op mijn kamer en leefde heel geïsoleerd. Het enige wat ik deed, was eten. Ik werd daardoor een dik kind en kreeg te maken met pesten en uitschelden, maar niemand die even dacht aan de oorzaak van die vreetbuien. Mijn ouders waren eigenlijk helemaal niet met mij bezig, alleen met hun job en het huishouden.’
Wanneer heb je het hen voor het eerst verteld?
‘Toen ik ook aan mijn dader vertelde dat ik het verhaal zou delen. Ik was toen dus al 30 jaar. Mijn moeder wist niet wat ze hoorde en noemde hem een vuile smeerlap, mijn vader wilde hem afschieten. Dat moet voor hen ook een klap geweest zijn, dat hij zich jarenlang voordeed als een familievriend. Mijn mama heeft mijn dader toen ook een brief gestuurd, maar excuses waren natuurlijk niet te accepteren.’
Hoe heeft het misbruik invloed gehad op je relaties met anderen?
‘Ik moet zeggen dat mijn vertrouwen in de mensheid helemaal geschonden is. Ik ben nu 59 jaar en heb er dus al mee moeten leren leven, maar toch zijn er in de loop der jaren nog mensen op mijn pad gekomen waarvan ik meteen dacht dat er bijbedoelingen waren bij hun gedrag. Die onzekerheid komt daar dus wel uit voort.’
Zelfliefde staat centraal bij Flair. Wat is de impact van dit misbruik geweest op je zelfbeeld en zelfvertrouwen?
‘Ik vind het moeilijk om dat over mezelf te zeggen. Ik zie wel een duidelijk verschil tussen vroeger, toen ik een zwaar kind was, en nu, maar dat was ook in de tijd van het misbruik dus dat valt niet te vergelijken. Na het misbruik dacht ik: wacht maar, dit is niet het laatste wat je van me ziet. Ik ben dan beginnen vermageren, ik ben mijn man tegengekomen en heb kindjes gekregen. Daardoor voelde ik me sterk genoeg om me helemaal te smijten in mijn misbruikverhaal en daarmee naar buiten te komen om anderen te helpen. Ik vind het soms wat moeilijk om te zeggen, maar eigenlijk besef ik wel dat ik goeie dingen gedaan heb.’
Ik vind het soms wat moeilijk om te zeggen, maar eigenlijk besef ik wel dat ik goeie dingen gedaan heb.
Het zal wel moeilijk geweest zijn om met je verhaal naar buiten te komen?
‘Klopt, maar ik doe dat voor de maatschappij en omdat ik echt vind dat praktijken zo in de doofpot steken schandalig is. Er zijn gruwelijke dingen gebeurd, dat zie je ook in “Godvergeten”, en ik wilde iets positiefs kunnen doen met mijn verhaal. Toen Rik Devillé me vroeg om mee op de kar te springen na de zaak Vangheluwe en zo slachtoffers te helpen met het naar buiten komen van hun verhaal, voelde ik dus ook dat ik dat écht wilde doen.’
Hoe was het om medeslachtoffers te ontmoeten?
‘Wel, ik was toen eigenlijk één van de enigen die ermee naar buiten kwam. Ik wist van Rik Devillé dat er enorm veel gevallen waren, maar dat de slachtoffers nog niet klaar waren om ervoor uit te komen. Ik begrijp dat, want er is ons ook jarenlang het zwijgen opgelegd tijdens het misbruik dus je voelt je sowieso alleen.’
Er is ons jarenlang het zwijgen opgelegd tijdens het misbruik dus je voelt je alleen.
Waarom vond jij het zo belangrijk om je verhaal wel de wereld in te sturen?
‘Met mijn verhaal is de wereld niks, maar andere slachtoffers zullen zich hierdoor misschien minder alleen voelen. Dat er zo openlijk over gesproken wordt, brengt duidelijk wat teweeg. De hulplijnen voor slachtoffers hebben na “Godvergeten” bijvoorbeeld opnieuw erg veel trek. De mensen durven hun verhaal te doen, en ik denk dat dat belangrijk is.’
Wat doet de reportage ‘Godvergeten’ met jou?
‘Die komt enorm hard binnen. De reportage is erg speciaal gemaakt, op een menselijke manier maar tóch heel duidelijk met de nadruk op hoe het systeem rond de kerk werkt. Ik wist al jaren hoe dat zijn gangetje ging, maar mensen die dat niet wisten moeten nu toch echt grote ogen trekken? Mijn mede-overlevers zijn allemaal zo’n sterke mensen, maar ook zij die praten over geliefden die ze zijn verloren aan dat misbruik. Het is zo afschuwelijk. Ik voel die pijn en die eenzaamheid ook, dat is heel triestig.’
Heel wat mensen laten zich na de reportage ontdopen. Wat is jouw mening daarover?
‘Zelf ben ik ook ontdoopt. Ik wilde niets meer te maken hebben met die bende. Ik vind wel dat je geloof en de kerk apart moet zien, want die hangen niet per se samen. Of ik echt nog geloof weet ik niet, in de mensheid alleszins niet meer.’
Of ik nog geloof weet ik niet, in de mensheid alleszins niet meer.
Wat zou jij nu nog aan je dader willen zeggen moest hij nog leven?
‘Niks meer, wij zijn uitgepraat. Ik vind het eigenlijk spijtig dat hij overleden is, want hij had “Godvergeten” eens moeten meemaken. Net als Danneels en heel die groep. Ik weet niet of ze er nog zo goed van zouden afkomen… Waarschijnlijk wel, want die mannen van de kerk kunnen blijkbaar alles. Ja, ze werken gratis en ja, ze “bidden voor ons”. Maar dat maakt niks uit. Het gaat erom dat ze de daders straffen en dat doen ze helemaal niet.’
Vind jij kardinaal Danneels en co even schuldig aan het gebeuren als je dader zelf?
‘Oh ja. Danneels ging voor mij bidden, wat ben ik daarmee? Stuur die priesters en die nonnen nu toch ook eens naar de gevangenis! Waarom worden zij niet gestraft? Puur door machtsmisbruik. Want ze weten dat ze het gewoon kunnen zonder gevolgen en dat is ook de reden dat ze het blijven doen. Ze beschermen elkaar en dat is niet oké.’
Die priesters en nonnen weten dat ze kunnen misbruiken zonder gevolgen en dat is ook de reden dat ze het blijven doen.
Heb je advies voor andere slachtoffers van misbruik die overwegen hun verhaal te delen?
‘Praat erover. Zo’n zwaar trauma opkroppen kan echt niet gezond zijn. Je hoeft je als slachtoffer niet te schamen, de dader moet beschaamd zijn. En dan heb ik het niet alleen over slachtoffers van misbruik in de kerk, maar ook in gezinnen, de sportwereld, echt overal. Je hoeft niet zoals ik ermee in de media te komen of er zo erg mee bezig te zijn, maar je hart luchten bij een vertrouwenspersoon doet al veel. Ik geloof dat dat erg belangrijk is voor je verwerkingsproces. En vergeet niet: we hebben elkaar.’
Heb je een vraag over geweld, misbruik of kindermishandeling, dan kan je terecht bij de hulplijn 1712. Kinderen en jongeren kunnen ook terecht bij Awel, op het nummer 102 of via de website.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier