Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Dit is geen boze droom, maar écht. Ik ben mijn mama kwijt. Ze werd vermoord.'

Maya’s (24) mama werd gewurgd door haar vriend

Moord hoort thuis in enge thrillers of spannende films. Niet in jouw gezin. Maar Maya maakte het ondenkbare mee. Ze woont samen en werkt als bediende.


‘Een slechte film, zo voelt mijn leven al twee jaar. Sinds het moment dat mijn mama dood is teruggevonden, is mijn leven het mijne niet meer. Ik speur soms het internet af, op zoek naar haar verhaal en de reacties van mensen daarop. Ik kan het niet laten, ik weet zelfs niet echt waarom ik het doe. Misschien wel om het allemaal te kunnen bevatten? Om te voelen dat het geen boze droom is, maar écht. Ik ben mijn mama kwijt. Ze werd vermoord. Dat is nu mijn leven.’

Mijn mama had borderline en flirtte met een drankprobleem. Maar bovenal was ze een schat van een mens. Lief, warm, zacht.


‘Mama was niet de meest stabiele vrouw. Ze had borderline en flirtte met een drankprobleem. Maar bovenal was ze een schat van een mens. Lief, warm, zacht. Meer mijn vriendin dan mijn moeder. En ja, ze worstelde soms met het leven. Net zoals die keer toen ze werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Daar leerde ze een andere man kennen. Ik ging haar bezoeken, en zag hoe ze met hem praatte. Ik kende hem van in het uitgaansleven en wist dat hij bad news was. Dronk te veel, stookte ruzie… Niemand zag hem graag komen. Dat zei ik ook aan mama, maar ze zei dat ze gewoon praatten. Ze waren vrienden.’

Dat ze wegging bij papa voor hém, vond ik verschrikkelijk. Maar ze bleef mijn mama natuurlijk, ik miste haar. En dus ging ik haar na een tijd toch weer zien.


‘Niet veel later zei ze dat ze wilde scheiden van papa om bij die man te gaan wonen. Ik was zo teleurgesteld in haar, zo boos. Een maand lang heb ik niet met haar willen praten, en nam ik de telefoon niet op als ik zag dat ze belde. Dat ze wegging bij papa voor hém, vond ik verschrikkelijk. Maar ze bleef mijn mama natuurlijk, ik miste haar. En dus ging ik haar na een tijd toch weer zien. Mijn broer en zus wilden het niet, ze waren te teleurgesteld, maar ik zag haar te graag om het contact te verbreken. Stilletjesaan bouwden we weer aan onze band. Er kwam een telefoontje vanuit het ziekenhuis: haar nieuwe vriend had haar in een ruzie door de salontafel gegooid. Samen met mijn tante heb ik op haar ingepraat, haar overtuigd dat die man écht niet oké was. En dat geloofde ze intussen zelf ook. Ze zou bij een goede vriend logeren tot ze een eigen appartementje vond. Ik leefde op, het zou goedkomen met mama. We bestelden samen meubeltjes voor in haar nieuwe flat en keken uit naar de tijd die we er samen zouden doorbrengen.’

Mama wilde wel per se dat ik haar vriend ontmoette. Hij was veranderd, zei ze.


‘Maar een paar dagen voor haar nieuwe appartement vrijkwam, keerde ze terug naar haar vriend. Ik bleef verslagen achter, begreep het niet. Ze wist hoe hij was en waartoe hij in staat was. En toch ging ze terug? Weer zag ik haar een maand niet, teleurgesteld en boos. En weer begon ik haar opnieuw te zien, ik kon immers niet zonder haar. Ik zag haar en genoot van onze middag samen. We lachten, zoals we dat vroeger deden. Ik was blij dat ik er was, al de rest deed er eigenlijk niet meer toe. Mama wilde wel per se dat ik haar vriend ontmoette. Hij was veranderd, zei ze. Hij nam nu medicatie om hem te helpen niet te drinken, en dat maakte van hem een ander mens. Uiteindelijk, aan het einde van de middag, stemde ik toe en kwam hij naar huis. En ja, hij was anders. Vriendelijk, rustig. Ik vertrok met een goed gevoel naar huis. Ik stond nog altijd niet achter haar keuze, maar als zij gelukkig was, kon ik ermee leven.’

Liefde langs één kant


‘We spraken af voor een paar weken later, maar de dag zelf belde ze af. Zo was mama, als het niet goed ging met haar – wat borderline met zich meebrengt – sloot ze zich helemaal af. Ik had zo uitgekeken naar onze middag, en zei haar dat ook. Ik had het op dat moment wel een beetje gehad. De liefde kwam van één kant, had ik het gevoel. Ik deed moeite, was er voor haar, en zij leek dat als vanzelfsprekend te zien. “Ik wacht tot jij er klaar voor bent om me te zien”, zei ik haar, “en dan moet jij maar bellen”.’

Toen ik haar een week niet hoorde, belde ik samen met haar zus de politie, maar die wilden niets doen. “Die twee dronkaards? Het zal wel weer niets zijn”, zeiden ze.


‘Ik hoorde haar een maand niet toen ik toevallig haar vriend in het park zag zitten met blikjes bier bij zich. “Hij is weer begonnen”, zei ik tegen mijn vriend. Ik probeerde mama te bellen, maar kreeg haar niet te pakken. Nu gebeurde dat wel vaker – haar vriend kon in een jaloerse bui haar gsm afpakken – maar dan belde ze me altijd zelf terug. Een week ging voorbij zonder telefoontje. Ik hoorde rond in de familie, niemand had van haar gehoord. Samen met haar zus belden we de politie, maar die wilden niets doen. “Die twee dronkaards? Het zal wel weer niets zijn”, zeiden ze. De dagen gingen voorbij zonder teken van leven. Als we er langs gingen, bleef de deur dicht, telefoneren haalde niets uit. Pas toen de buren de politie belden, gebeurde er iets. Ze stonden in het appartementsgebouw bekend als een ruziënd koppel, en nu was het toch al heel lang stil. Of de politie niet eens kon gaan kijken?’

“Er is iemand vermoord in het gebouw van je mama.” Natuurlijk wist ik dat zij het was.


‘Ik was op mijn werk toen ik een sms kreeg van een vriendin die tegenover het gebouw werkte. “Er is iemand vermoord in het gebouw van je mama.” Natuurlijk wist ik dat zij het was. Ik belde naar de politie, die niets loste. Ik bleef aandringen, en uiteindelijk vroeg de man me naar de naam van wie ik dacht dat de dader was. Ik noemde de naam van mijn mama’s vriend. “Ja”, zei hij.’

Ik heb lang gedroomd dat ze voor me stond, levend en wel. “Goed ontsnappingsplan van mij, hé?”, zei ze dan.


‘De dagen die toen volgden, zijn flarden in mijn hoofd. Bellen met papa, met mijn broer. Mijn grote, stoere broer die huilde aan de telefoon. Mijn vader vastpakken, al dat verschrikkelijke verdriet voelen. Het afscheid, het wezenloze gevoel waarmee ik achterbleef. Ik heb lang gedroomd dat ze voor me stond, levend en wel. “Goed ontsnappingsplan van mij, hé?”, zei ze dan. En elke keer opnieuw moet je wakker worden. Heel even kan je die droom vasthouden, maar altijd weer komt het echte leven weer binnenbeuken.’

De geur van de dood


‘Niet begrijpen, dat vat het vooral samen, denk ik. De vriend van mijn moeder heeft haar gewurgd, en heeft vervolgens drie weken lang met haar lichaam in zijn appartement geleefd. Tegen vrienden zei hij dat ze uit elkaar waren, en dat hij liever niet had dat ze langskwamen omdat het rommelig was. Al die tijd lag mijn moeder daar, dood in bed. Het appartement moest worden leeggemaakt, met de huisbewaarder trokken we ernaartoe. Hij liet ons de kamers zien en toen ging er een deur open. “Dit is de slaapkamer, zei hij. Het enige wat ik kon zien, was het bed. Het bed waar het dode lichaam van mijn mama zolang heeft gelegen. De vorm van haar lichaam was duidelijk te zien in de matras, doordat ze er gewoon was weggeteerd. De beestjes kropen nog rond in de matras. En ik kon alleen maar denken: mama was altijd zo netjes. De geur die er hing, heeft zich in mijn geheugen genesteld. Nog altijd ruik ik het soms, in mijn hoofd. Het is een niet te beschrijven geur, die me nog altijd misselijk maakt. De geur van de dood.’

Mensen reageerden op het krantenartikel, vaak niet zo vriendelijk. Het ging over “marginalen”. En mensen vroegen zich af waar de familie van de vrouw al die tijd was.


‘Iemand verliezen is verschrikkelijk erg, iemand verliezen door moord is haast niet te vatten. Opeens zijn je verdriet en je rouwproces openbaar bezit. Mensen reageerden op het krantenartikel, vaak niet zo vriendelijk. Het ging over “marginalen”. En mensen vroegen zich af waar de familie van de vrouw al die tijd was. Ik kon het alleen maar lezen en pijn voelen. Niemand kent haar verhaal. Ze was niet marginaal. Ze had het moeilijk, maar ze was een mooi mens. Ik had de mooiste mama ter wereld, de liefste mama ter wereld. En we keken wél om naar haar. Ik hield van haar. Het is verschrikkelijk dat haar nagedachtenis zo te grabbel werd gegooid.’

Ik moet mijn leven lang verder met de wetenschap dat ze onmenselijk is gestorven, dat haar dode lichaam is onteerd. Ik ben veranderd, mijn gezin zal nooit meer hetzelfde zijn.


‘Ik heb onlangs het dossier ingekeken, en toen heb ik ook foto’s gezien van mama toen ze werd gevonden. Ik had het nodig, om af te sluiten. Het zijn gruwelijke beelden, maar ik ben blij dat ik het heb gedaan. Het helpt me te verwerken. Al zal dat nog lang duren, vrees ik. Het assisenproces komt eraan, en we hoorden net dat hij niet voor moord wordt terechtgesteld. Hij beweert namelijk dat hij het impuslief deed. Zonder voorbedachte rade is het doodslag. Hij kan tussen tien en dertig jaar krijgen. Er kunnen verzachtende omstandigheden worden aangehaald. Het feit dat mijn moeder borderline had bijvoorbeeld, kan hem strafvermindering bezorgen. Verschrikkelijk is het. Mijn mama is vermoord. Ze is weg, ik kan haar nooit meer vasthouden of knuffelen. Ik moet mijn leven lang verder met de wetenschap dat ze onmenselijk is gestorven, dat haar dode lichaam is onteerd. Ik ben veranderd, mijn gezin zal nooit meer hetzelfde zijn. Allemaal leven we met ons verdriet, elk op onze eigen manier. De vriend van mijn moeder heeft zoveel meer gedaan dan haar vermoorden. Hij heeft ons allemaal een stukje mee vermoord. En de man die dat heeft gedaan, zou er met tien jaar vanaf kunnen komen. Ik kijk uit naar het proces, ik wil horen wat hij te vertellen heeft, ik hoop op antwoorden. Maar ik besef vooral dat we nooit zullen winnen. Welke straf ze hem ook geven, mijn mama is dood. Voor altijd.’

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '