‘De nacht na de diagnose, toen Inge sliep, heb ik gehuild als een klein kind. De eerste en meteen de laatste keer.’
Nico (32) zag zijn vrouw Inge (36) vechten tegen borstkanker
Als je partner iets overkomt, dan ben je er voor elkaar. Dan steun en troost je elkaar. Nico (32) zag zijn vrouw Inge (36) vechten tegen borstkanker.
‘Een op de vijf relaties overleeft kanker niet, las ik eens. Ik vind dat veel. Mannen die bij hun vrouw weggaan omdat ze ziek is, dat begrijp ik niet. Ik denk dat dat alleen gebeurt als de relatie al niet meer goed zit. Toen ik de verslagenheid en de angst op het gezicht van mijn vrouw zag na de diagnose, nam ik me voor om er altijd, altijd voor haar te zijn.’
Wat als…?
‘In die eerste weken heeft Inge elk doemscenario voor zich gezien: er zouden uitzaaiingen zijn. Er zou geen behandeling mogelijk zijn. Ze zou binnen het jaar dood zijn en onze kinderen niet zien opgroeien. Ik nam me voor om altijd de optimistische stem te blijven, maar natuurlijk heb ook ik nachten wakker gelegen van de angst. Die eerste nacht na de diagnose was het ergst: wat als er uitzaaiingen waren, wat als ze écht zou sterven? Ik heb – terwijl Inge sliep, ze had iets kalmerends gekregen van de huisarts – gehuild als een kind. Dat was meteen de eerste en de laatste keer dat ik huilde om haar ziekte, daarna probeerde ik de sterke man te zijn: haar steun en toeverlaat.’
Machteloosheid is het ergste
‘Zodra we wisten hoe Inge ervoor stond, werd het makkelijker. Geen uitzaaiingen, voor zover dat al zichtbaar was. Maar voor de zekerheid zouden naast een borstbesparende operatie ook de klieren onder haar oksel weggenomen worden en zou ze chemo krijgen.’
Als ze zich slecht voelde, liet ze mij niet toe, dan wilde ze alleen zijn, en als ze zich goed voelde, wilde ze niet te veel over haar ziekte praten.
‘De machteloosheid is het ergst: je ziet je vrouw afzien, de pijn na de operatie, doodziek na de chemo. Ik kon haar alleen helpen door haar te ontzien en door de praktische kant van de zaken te regelen: de enorme administratieve rompslomp die er bij een ziekte komt kijken, haar naar het ziekenhuis brengen, regelingen treffen voor de kinderen, het huishouden doen, koken. Als ze zich slecht voelde, liet ze mij niet toe, dan wilde ze alleen zijn, en als ze zich goed voelde, wilde ze niet te veel over haar ziekte praten. Ik heb heel veel bewondering voor Inge: ze was zo sterk. Alleen de dag voor de chemotherapie was ze down. Dan zag ze op tegen de misselijkheid die weer zou volgen en stak de angst de kop op. Op die momenten lag ze huilend in mijn armen. Maar daarna was het knop om en doorgaan. Niet wanhopen, maar hopen.’
Een sterk team
‘Ikzelf ben eigenlijk zelden bang geweest. De dokters verzekerden ons dat alles goed zou komen en ik vertrouwde daarop. Eigenlijk ben ik nu banger dan tijdens de behandeling: wat als er nú iets aan het broeden is in haar lichaam en we weten het niet? Wat dan? Over vier maanden moet Inge op controle. Dat zal een moeilijk moment zijn.’
Onze kinderen hebben amper gemerkt dat er iets aan de hand was, zo goed werden ze opgevangen.
‘We hebben het grote geluk gehad dat we een sterk sociaal vangnet hebben: onze vrienden en familie, ze zijn er altijd voor ons geweest. Onze kinderen hebben amper gemerkt dat er iets aan de hand was, zo goed werden ze opgevangen. Op een bepaalde manier is er dus zeker iets moois voortgekomen uit Inges ziekte: de relatie met mijn ouders is nu veel beter dan vroeger. Voor het eerst hadden we echt persoonlijke gesprekken. Ook de vrienden die er voor ons waren, ben ik dankbaar: we weten nu wie onze echte vrienden zijn, en dat zijn vrienden voor het leven.’
En als ik twijfelde, voelde ze dat feilloos aan en was zij even de sterke.
‘Of onze relatie veranderd is? Absoluut! We weten nu nog meer dat we een sterk team zijn. Als Inge het niet meer zag zitten, was ik er voor haar. En als ik twijfelde, voelde ze dat feilloos aan en was zij even de sterke. Ik geef toe: ik heb mijn twijfels gehad. Niet over onze relatie of over mijn liefde voor haar, maar over hoe dit ons en onze relatie zou veranderen. Nu weet ik: als we dit aankunnen, kunnen we alles aan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier