Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
narcist
© Pexels

Stefanie (31) vertelt eerlijk over haar jarenlange destructieve relatie: ‘Ik was samen met een narcist’

Vier jaar lang had Stefanie (31) een destructieve relatie met Jelle (41). Na de zoveelste breuk besefte ze in wat voor toxische relatie ze zat en dat ze te maken had met een narcist. Ze ­vertelt over de impact ervan, die nog steeds diepe sporen nalaat.

‘Die man betekent slecht nieuws. Zonder dat we ook maar een woord ­gewisseld hadden, was dat de eerste indruk die ik van Jelle had toen ik hem zag op een feestje. Achteraf bekeken had ik dat gevoel serieus moeten nemen, maar spijt komt altijd te laat. Toen Jelle enkele vrienden van mij bleek te kennen, raakten we aan de praat. Ondanks een leeftijdsverschil van tien jaar ­l­eken we dezelfde taal te spreken en op dezelfde golflengte te zitten. Die avond weken we niet van elkaars ­zijde. We wisselden nummers uit en toen we elkaar opnieuw zagen, sprong de vonk over. Onze relatie ­begon als een soort sprookje. Hij wist de juiste snaren te raken. Jelle was liefdevol en charmant. Hij zei regelmatig dingen waarvan mijn hart ­sneller begon te slaan. Ik was helemaal onder de indruk van hem, en hij van mij. Hij behandelde me als een prinses, droeg me op handen en zette me op een sokkel. En geef toe: welke vrouw wordt er nu niet graag bewonderd? Ik kon niet anders dan zwaar voor hem vallen. Hij gaf me het gevoel dat ik de liefde van zijn leven en zelfs meer dan dat was. Ik was zijn zielsverwant, zijn soulmate. Tijdens de eerste zes maanden van onze relatie liep ik op wolkjes, maar dat veranderde toen Jelle van de ene op de andere dag van de aardbol verdwenen leek te zijn en er een periode van absolute radiostilte volgde.

Als ik berichtjes stuurde, volgde er geen reactie. Ook telefoontjes bleven onbeantwoord en als ik bij zijn huis aanbelde, bleef de voordeur dicht. Ik had het raden naar waarom hij geen teken van leven meer gaf. Alleen op zijn sociale media zag ik dat hij alle foto’s en berichtjes had verwijderd die aan mij waren gericht. Natuurlijk was ik in alle staten, maar ik wilde vooral weten waar ik aan toe was. Na heel lang aandringen liet Jelle uiteindelijk van zich horen. Hij gaf aan dat hij gevoelens had voor een collega met wie hij een relatie had voor hij en ik een koppel werden. Met die bevestiging werd mijn grootste angst werkelijkheid. Mijn hart was gebroken, maar ik besloot Jelle los te laten. Je kiest zelf niet op wie je verliefd wordt en ik kon hem niet verplichten om mij graag te zien. Ik probeerde zonder hem verder te gaan, tot hij drie weken later plots zei dat hij de grootste fout van zijn leven had begaan en me miste. Hij beweerde dat hij niet zonder me kon en dat hij onze relatie graag nieuw leven wilde inblazen. Ik was nog steeds dolverliefd op hem, dus dat klonk me als muziek in de oren.’

Als een boemerang

Ik gaf hem een tweede kans, al kreeg ik geleidelijk aan het gevoel dat ik niet met dezelfde Jelle te maken had. Met de dag werd hij afstandelijker en ­negatiever. Bovendien schermde hij zijn gsm af. Ik had het vermoeden dat hij met andere vrouwen sprak, maar wanneer ik daar iets van zei, beweerde hij dat het vriendinnen waren en dat ik paranoïde was. Als hij na het uitgaan met vlekken op zijn nek en rug naar huis kwam, beweerde hij dat hij het slachtoffer van zinloos geweld was geworden. Voor alles had hij een excuus en hij slaagde er elke keer in me om zijn vinger te winden. Een van de eerste grotere incidenten die ik me herinner, kwam er in de aanloop naar zijn verjaardag. Hij zag die groter dan groots en wilde graag een gloednieuwe outfit kopen om zijn nieuwe levensjaar op gepaste ­wijze te kunnen vieren. Toen ik daarna nog even voor mezelf wilde shoppen, merkte hij dat het zakje met peperdure kleding verloren was gegaan. Van dat zakje was geen spoor meer, en dat was volgens hem mijn schuld. Hij was erg kwaad en verplichtte me om dezelfde outfit van ruim zevenhonderd euro opnieuw te kopen, wat ik ook deed uit schuldgevoel. Vanaf dat moment haalde hij me steeds vaker naar beneden met opmerkingen als “Je bent niets waard, en al zeker niet zonder mij” en “Jij hebt toch maar bitter weinig hersencellen”, om me vervolgens op te hemelen en uiteindelijk weer hetzelfde gedrag te vertonen. Elke keer als hij iets verkeerd deed, kwam de verantwoordelijkheid daarvan op een of andere ­manier op mijn schouders terecht. Zelfs als hij minder goed voor de dag kwam, lag dat aan mij, en daar kon hij me als geen ander van overtuigen.

Hij knapte af op mijn looks en bedroog me keer op keer, maar tegelijk was hij stikjaloers als ik aandacht van andere mannen kreeg.

De ene dag was hij poeslief en werd ik als een prinses behandeld, de andere dag werd ik met de grond gelijk­gemaakt en voor de zoveelste keer gedumpt. Na elke breuk bleef hij als een boemerang terugkomen en koos ik ervoor om hem terug te ­nemen, want ik was ervan overtuigd dat ik niet zonder hem kon. Onze relatie was als een vicieuze ­cirkel waarbij de incidenten zich ­opstapelden. Het ging van kwaad naar erger toen hij zijn intrek nam bij mijn ­ouders. Jelle betaalde nooit een rekening of kost en inwoon, maar ­eiste wel dat ik thuis was voor hij van zijn werk kwam en elke avond speciaal voor hem de gewenste maaltijd op tafel toverde. Dat deed ik dan ook. Mijn ouders spraken me meermaals aan over zijn gedrag, maar daar had ik geen oren naar. Ondanks alles was Jelle nog steeds de man voor mij, ook nadat hij me op café had achtergelaten met een gebroken voet en zonder geld toen even niet alle aandacht naar hem ging.’

Helikopterperspectief

‘De laatste twee jaar van onze relatie gunde hij me amper een blik, laat staan dat hij me nog aanraakte. Zelfs een knuffel was er te veel aan en van intimiteit en seks was er al helemaal geen sprake meer. Als ik hem daar met een bang hartje over aansprak, was zijn antwoord dat hij me niet meer aantrekkelijk vond omdat ik was bijgekomen. Mijn maatje meer was voor hem een geweldige afknapper, terwijl hij wel uit zijn vel sprong van jaloezie wanneer ik aandacht van ­andere mannen kreeg. Nochtans was hij degene die me ontelbare keren bedroog. Waarom ik me telkens opnieuw liet kleineren en stelselmatig over mijn grenzen liet gaan? Ik heb er zelf het raden naar. Ik was jong en naïef. De slechte momenten wogen niet op tegen de goede momenten die Jelle en ik hadden. In mijn onderbewustzijn wist ik toen waarschijnlijk al wel dat zijn manier van doen verre van oké was, maar ik besefte pas in een later stadium – lees: nadat ik definitief afstand had genomen – in wat voor toxische relatie ik zat en dat ik te maken had met een narcist. Pas zodra er een allesverwoestende tsunami volgt, besef je hoe ernstig een situatie is… Ik heb het lang, veel te lang, vanuit een helikopterperspectief ­bekeken, alsof ik niet degene was die dit meemaakte. Bovendien ben ik heel empathisc. Ik ben een zorgend type, wat me uiteraard een makke­lijke prooi maakt voor iemand met een narcistische persoonlijkheid. ­Aangezien Jelle een pestverleden met zich meedroeg en ook zijn goede momenten had, had ik altijd wel een reden om zijn gedrag goed te praten of op z’n minst te proberen begrijpen.

De ene dag was hij poeslief en werd ik als eenprinses behandeld, de andere dag werd ik met de grond gelijkgemaakt en voor de zoveelste keer gedumpt.

Uiteindelijk waren we ongeveer vier jaar bij elkaar toen onze relatie werd beëindigd door het toedoen van mijn mama. Jelle had meermaals tegen haar gezegd dat hij geen toekomst met mij zag, en omdat hij tegenover mij de lippen stijf op elkaar hield, zette zij hem voor het blok. Toen ik op een dag thuiskwam, waren al zijn spullen weg. Het was alsof hij daar nooit had gewoond. Dat kwam keihard binnen, al voelde het tegelijkertijd aan alsof er een last van mijn schouders viel en kon ik voor het eerst tegen mezelf zeggen dat ik beter verdien. Een maand later stond hij opnieuw voor de deur. Hij was ­geopereerd en vroeg of ik hem wilde verzorgen tot hij weer aan de beterhand was. Je moet het lef maar hebben, al moet ik toegeven dat ik dat daadwerkelijk heb gedaan, weliswaar niet langer als geliefden.’

Als een citroen uitgeperst

‘Toen ik eindelijk de kracht had om Jelle voorgoed de deur te wijzen, pikte ik de draad van mijn leven op alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Ik amuseerde me en leefde met tweehonderd kilometer per uur, wat destijds heel sterk leek. Maar schijn bedriegt, want drie jaar geleden haalde de realiteit me ruimschoots in. Toen ik op de werkvloer met een narcis­tische manager te maken kreeg, kwam alle ellende die ik met Jelle meemaakte en elk onaangenaam gevoel dat daarmee gepaard ging aan de oppervlakte drijven. Niet veel later ben ik volledig gecrasht. Anderhalf jaar lang was ik niet in staat om te functioneren. Ik kon niet anders dan psychologische hulp zoeken. Als je onverwacht met je neus tegen de muur loopt, is je verstoppen geen optie meer. Dan word je verplicht om heel goed naar jezelf te luisteren en eindelijk aan dat broodnodige verwerkingsproces te beginnen. Dat was ongelofelijk pittig. Het is ­misschien wel het moeilijkste wat ik tot nu toe in mijn leven heb moeten doen, zeker omdat ik toen besefte hoe groot de impact op mij en iedereen in mijn omgeving was. Hij heeft niet alleen mij als een citroen uit­geperst, hij profiteerde ook van mijn (plus)ouders.

Een narcist laat diepe sporen na, dat weet iedereen die er in zijn leven mee te maken krijgt. Als ik merk dat een vriend of vriendin iets heeft met iemand die me aan Jelle doet denken, twijfel ik geen seconde om me daarover uit te spreken. Dat voelt als een soort van plicht, want ik wil in geen geval dat mijn dierbaren hetzelfde leed moeten ondergaan. Vijf jaar na onze breuk ben ik nog steeds bezig met uit het dal te klimmen, al heb ik wel het gevoel dat de top van de berg stilaan in zicht is. Het merendeel van de tijd doe ik het relatief goed. Ik heb mezelf uit het puin weten te her­opbouwen, al ben ik me ervan ­bewust dat er nog wel wat werk aan de winkel is. Maar dat is oké. Rome is niet in een dag gebouwd. Ik hoop dat ik vroeg of laat mijn zelfbeeld en eigenwaarde kan verbeteren en dat ik ooit definitief kan stoppen met het slikken van antidepressiva. Nadat ik crashte, ben ik aan een nieuw hoofdstuk begonnen, en ik kan niet wachten om de volgende pagina’s te schrijven. Ik weet dat ik zoveel beter verdien en ben helemaal klaar voor het leven én de liefde.’

Door Jelle loop ik nog steeds met een negatief stemmetje in mijn hoofd, maar ik weet zeker dat ik dat op een dag het zwijgen zal opleggen, dat ik sterker ben.

Treiterende beul

‘Ik ben mijn geloof in de liefde niet kwijt, maar ben wel als de dood om ooit opnieuw in een destructieve relatie te belanden. Het is niet zo dat ik vandaag meer moeite heb om andere mannen te vertrouwen of ze allemaal over dezelfde kam scheer. Dat heb ik intussen kunnen loslaten, gelukkig maar. Maar ik ben wel extra waakzaam voor red flags als heel weinig empathie, manipulatie, overmatig zelfvertrouwen, een kritische stem of een uitbuitend kantje. Ik merk ook dat ik achterdochtiger ben dan de gemiddelde mens. Wanneer ik signalen opmerk die nog maar in de richting van narcisme wijzen, gaan alle alarmbellen onmiddellijk af. Door mijn verleden stel ik me automatisch veel sneller de vraag of iemand een narcistische persoonlijkheid heeft. Hoe vaak narcisme voorkomt, is moeilijk te bepalen, maar ik heb het gevoel dat er op deze wereld heel veel narcisten rondlopen… Als je ziet hoeveel aanhangers iemand als Andrew Tate heeft, zakt de moed me in de schoenen. Ik ben dan ook enorm kieskeurig geworden, wat waarschijnlijk verklaart waarom ik vrijgezel ben en me sinds de breuk met Jelle niet meer aan een nieuwe relatie heb gewaagd. Ik date af en toe wel, maar als ik iemand leer kennen, stel ik vanaf het begin mijn grenzen en stel ik me assertief op. Ik probeer mijn verleden niet mee te nemen, maar het blijft aan mijn ribben plakken en ik vermoed dat het een wonde is die nooit volledig zal genezen.

Voor ik met Jelle een relatie kreeg, was ik al vrij onzeker over mijn uiterlijk. Op sommige momenten ben ik er nog altijd van overtuigd dat ik niet voldoe aan de zogezegde maatstaf en dat elke man die mijn pad kruist me onaantrekkelijk vindt. Ik geloof jammer genoeg nog veel te vaak alle vreselijke dingen die Jelle destijds tegen me zei. Ondanks het feit dat ik eigenlijk beter weet, neem ik ze om een of andere reden nog altijd voor waarheid. Ik probeer mezelf daarin wel tegen te spreken, maar tot op vandaag is er een stemmetje in mijn hoofd dat dat soort boodschappen aan de lopende band verspreidt. Jelle heeft een soort van treiterende beul gecreëerd, maar ik ben er zeker van dat ik die op een dag het zwijgen kan opleggen. Ik ben er zeker van dat ik sterker ben.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '