Wat een sterke vrouw.
Straf verhaal: Charlotte trouwde met een illegaal die alleen papieren wilde
Hij was lief, zorgde voor me en overlaadde me met complimentjes. Ik genóót.
Had me twee jaar geleden gezegd dat ik me ooit zo zou laten vernederen door een man, ik had je niet geloofd. Dat ik het zou pikken dat een man me zou slaan, op me zou spuwen, me zou kleineren: ik had eens goed met je gelachen. Ik was een feministe, onafhankelijk en sterk. Ik had mijn eigen appartement, een fijne job en ik wist wat ik wilde. En toch ben ik zo diep gevallen. Ik begrijp het nog steeds niet.
Voor het eerst in mijn leven voelde ik me mooi
Toen ik Amir leerde kennen, vond ik het leuk dat zo'n mooie man aandacht voor me had. Maar verder dan wat flirten en kussen wilde ik niet gaan. Ja, ik gaf hem mijn nummer, maar ik wist: dit wordt niks. Zijn sms de volgende dag negeerde ik. Ik was een gelukkige single en me aan een man binden, was het laatste wat ik wilde. Ik hoorde of zag hem dan ook niet meer, want dat wilde ik ook helemaal niet. Tot ik hem maanden later, totaal onverwacht, tegenkwam op café. We raakten opnieuw aan de praat. Amir was nog altijd even mooi. En wat meer was: het klikte écht tussen ons. Hij toverde met gemak een lach op mijn gezicht. Deze keer ging ik wél in op zijn avances. Nog geen week later werden we een koppel. Toch ging ik er zelfs toen nog steeds van uit dat het nooit lang zou duren tussen ons: zo verging het immers elk van mijn relaties. Maar ik vergiste me. Amir bleek anders. Hij was lief, zorgde voor me en overlaadde me met complimentjes. Voor het eerst in mijn leven gaf een man mij het gevoel dat ik mooi was, anders. Ik genóót.
Tuurlijk wilde ik hem niet laten gaan
En toen vertelde Amir dat hij terug naar Marokko moest vertrekken. We waren nog geen halfjaar samen. Zijn visum was afgelopen: hij kon hier nooit een job vinden op deze manier en hij zag geen andere uitweg. Ja, ik wist dat hij hier illegaal was, maar dat hij écht zou vertrekken, had ik niet zien aankomen. Ik was smoorverliefd. Túúrlijk wilde ik hem niet laten gaan. De wanhoop nabij, stelde ik voor om te trouwen: voor mij was een huwelijk toch maar een vel papier. Amir stemde in: het was de enige manier om hier te kunnen blijven. Bovendien had ik geen enkele reden om aan hem te twijfelen: Amir zag mij graag. Dat had hij me al ontelbare keren gezegd.
Amir werd jaloers. Plots vond hij het niet langer oké dat ik met mannelijke collega's werkte.
En toen vielen de eerste klappen
Maar met het nieuws dat we zouden trouwen, veranderde ook onze relatie. Amir werd jaloers. Plots vond hij het niet langer oké dat ik met mannelijke collega's werkte, ook al waren het allemaal Marokkaanse moslims, zoals hij. Onze discussies werden steeds frequenter. Over geld, over zijn nachtelijke escapades, zijn werkloosheid, het huishouden, mijn vrienden. En toen vielen ook de eerste klappen. We hadden weer maar eens ruzie gemaakt, ik weet niet eens meer waarover, toen Amir me keihard in mijn gezicht sloeg. Ik was in shock. Toch dacht ik er niet aan bij hem weg te gaan, want Amir was er duidelijk zelf niet goed van. Hij wilde het goedmaken, dat merkte ik. Dus vergaf ik hem.
Er was geen weg meer terug
De avond voor onze huwelijksdag was ik enorm verdrietig. Bijna niemand wist dat we zouden trouwen, want mijn ouders zouden die beslissing nooit goedkeuren. Ze wisten niet eens dat we samenwoonden. Plots besefte ik dat ik wél een groots feest wilde, een mooi kleed, bruidskindjes. Een dag met al mijn vrienden en familie rond mij. Maar ik had gezwegen, en nu was er geen weg meer terug. De ceremonie was kort, na hooguit vijftien minuten stonden we weer buiten. Ik in een kort, wit kleedje, Amir in een goedkoop kostuum. Het boeketje in mijn handen was ik zelf gaan kopen. Onze huwelijksdag stelde amper iets voor.
Hij kickte erop mij te vernederen
In totaal waren Amir en ik een jaar getrouwd. Ons huwelijk was niet bepaald een sprookje. Alsmaar vaker moest ik klappen incasseren. Een stomme prul kon al aanleiding geven tot een dispuut. Vaak greep hij me keihard vast bij mijn armen, waardoor die vol blauwe plekken stonden. Maar veel vaker vielen er echte klappen. En dat was niet alles: Amir kickte erop me te vernederen. Eén keer was ik bezig een blikje bier op te ruimen dat híj tegen de muur had gegooid, toen ik voelde hoe hij een nieuw blikje over mij uitkapte. Daar zat ik, op handen en knieën, kletsnat van het bier. Zó vernederend. En alsof dat nog niet genoeg was, spuwde hij vaak op me. En toch... Aan weggaan dacht ik niet, ondanks alle ellende en miserie. Ik zag hem graag.
In de badkamer keek in de spiegel en ik schrok van mijn spiegelbeeld. Was dit de vrouw die ik geworden was?
Ik had mijn grens bereikt
In juli ben ik gebroken. Maandenlang had ik me sterk gehouden. Maandenlang had ik elke vernedering doorstaan, al zijn grillen getolereerd. Ik was op. Leeg. In de badkamer keek in de spiegel en ik schrok van mijn spiegelbeeld. Was dit de vrouw die ik geworden was? Ik herkende mezelf niet meer. Ons appartement lag er vuil en smerig bij, de salontafel vol bierblikjes. Van het gezellige plekje waar ik jarenlang voor had geknokt, bleef niets meer over. Toen nam ik het besluit: ik ga weg. De volgende dag ben ik naar mijn moeder getrokken en heb ik alles opgebiecht. Veel te lang had ik gezwegen. Veel te lang had ik alle vernederingen, alle ruzies, alle ellende voor mezelf gehouden. Ik had mijn grens bereikt. Eindelijk.
De weg is nog lang
De afgelopen weken heb ik alles in het werk gesteld om van Amir te scheiden. Ons huwelijk was een schijnhuwelijk, dat besef ik nu. Maar ik was verliefd. Smoorverliefd. Kijk ik er nu op terug, dan kan ik maar niet begrijpen hoe ik het zover heb laten komen. Hoe ik me zo heb kunnen laten vernederen, zo diep ben kunnen vallen. Ik kan met geen woorden beschrijven hoe beschaamd ik ben. Want Amir hield niet van mij. Als je iemand graag ziet, dan sla, verneder of kleineer je die persoon niet, nooit. De weg is nog lang, maar ik wil hier sterker uitkomen. Ik wil bewijzen dat Amir me niet kleinkrijgt. En dat gaat me lukken, met de hulp van mijn vrienden en familie. Want zij zien mij wél graag om wie ik ben. En daarvoor ben ik hen zo ongelooflijk dankbaar.
Interview: Lies Van Kelst
Foto's: Liesbet Peremans
Werd jouw leven ook van de ene op de andere dag overhoop gegooid? Beleefde jij ook iets wat je voor altijd zal bijblijven? Of heb jij nog een ander sterk verhaal dat je met ons wil delen? Mail het via strafverhaal@flair.be en we nemen graag met jou contact op.
Lees meer straffe verhalen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier