Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en werd onlangs verkozen tot ‘Leerkracht Nederlands van het Jaar’.
Tamara (37) vluchtte op haar elfde voor de oorlog in Bosnië
Drijvend in bootjes of in lange rijen aanschuivend aan de dienst Vreemdelingenzaken: vluchtelingen zijn niet meer uit het nieuws weg te denken. Tamara was zelf vluchteling en vertelt op hoe zij dat beleefde en hoe het nu met haar gaat.
‘Dat ik het ooit zover zou brengen, had ik in alle eerlijkheid nooit verwacht. Ik was pas elf toen ik hier aankwam en de taal leerde. En enkele jaren geleden was ik genomineerd als Leerkracht Nederlands van het Jaar. Best gek, als je erover nadenkt. Ook voor mijn leerlingen is het in het begin van het schooljaar even aftasten of die lerares met haar exotische familienaam de lidwoorden wel kent. Maar daar maak ik dan zelf eens een mopje over en na twee lessen is dat testgedrag ook weer over.
Dat ik überhaupt verder heb gestudeerd, is al een klein wonder. Ik verliet de school namelijk in het vijfde middelbaar. Nochtans zag het er in het begin helemaal niet naar uit dat ik zou afhaken. Ik was ongelooflijk gemotiveerd en was in het zesde leerjaar – toen ik pas een paar maanden Nederlands sprak – zelfs een van de beste leerlingen in de klas. Later ging ik Latijn- Grieks studeren, om uiteindelijk in menswetenschappen te belanden. Mijn puberjaren waren enorm lastig. Ik lag in de knoop met mezelf en was op zoek naar mijn identiteit. Verder had ik het gevoel dat ik er nooit echt bij zou horen, en dat was hard. Ik wilde niet anders zijn, verloor mijn motivatie compleet en gaf er de brui aan. Pas toen ik een paar jaar later mijn job verloor, besefte ik hoe moeilijk ik het zou krijgen als laaggeschoolde. Het was mijn man die me toen enorm heeft gestimuleerd om toch mijn secundair en later mijn hogeschooldiploma te halen.’
Vluchten naar een bergdorp
‘Mijn jeugd in Bosnië was echt fantastisch. We woonden in een provinciaal stadje en de huizen van onze familie waren gebouwd rond een grote tuin. Ik had een zorgeloze jeugd en hield van in bomen klimmen, buiten spelen en zwemmen in de rivier. Omdat papa als gastarbeider in het buitenland werkte, zorgde mama voltijds voor mijn zus en mij. En toen brak de oorlog uit. Ik herinner me vooral flarden, gekke dingen, vaak niet eens de echt traumatische ervaringen. Zo hadden we op een dag toets wiskunde toen het bomalarm afging in onze school. Terwijl je zou denken dat je als kind doodsangsten uitstaat op zo’n moment, waren wij vooral blij dat we geen toets hadden. Vreemd hoe je je als kind in heel korte tijd aanpast aan een nieuwe situatie.
Was de dreiging het hoogst, dan trokken we met ons gezin naar familieleden die in bergdorpen woonden. Daar was het gevaar veel kleiner. We zijn ook een tijdje naar Duitsland gevlucht toen de oorlog op zijn felst woedde. Toen het ernaar uitzag dat de situatie zou verbeteren, zijn we teruggekeerd. Maar het werd helemaal niet beter, wel erger. Mijn ouders namen een drastisch besluit: via een oom in het buitenland konden we vluchten.’
Heel gek: 26 jaar geleden ploeterde ik met Tiny-boeken, nu leer ik anderen de Nederlandse taal aan.
Lastige job
‘Toen ik afstudeerde als leerkracht, vond ik een job als lerares Nederlands bij anderstalige nieuwkomers. Het waren jonge kinderen die net als ik gevlucht waren voor conflicten, slechte situaties en oorlogen. Ik vond het fantastisch om hen te zien groeien op zo’n korte tijd en hun de liefde voor de Nederlandse taal bij te brengen. Ik sloot hen in mijn hart en wilde hen de goeie weg op helpen, hen stimuleren het goed te doen op school. Ze vertelden me hun verhalen, trauma’s en gevoelens. Ik luisterde en gaf advies, maar hoezeer ik ook mijn best deed me niet te hard te laten meeslepen in hun verhaal, ik merkte dat ik dat steeds vaker deed. Dan bleven hun woorden uren en soms dagen door mijn hoofd malen. Hun ervaringen kwamen zo dicht bij wat ik had meegemaakt, dat ik voelde dat ik de job niet zou kunnen volhouden. Het raakte me te veel, het werd te persoonlijk. Met pijn in het hart verliet ik het schooltje waar ik zoveel jaren eerder zelf mijn eerste woorden Nederlands had geleerd.
Sindsdien geef ik les aan jongeren in het tso in het atheneum in Merksem, een job die ik met hart en ziel doe. Dat ik onlangs werd genomineerd tot Leerkracht Nederlands van het Jaar én won, beschouw ik als een gigantisch compliment. Ook mijn man en ouders zijn apetrots. Zesentwintig jaar geleden zat ik nog met Tiny-boeken op mijn schoot en een zakwoordenboekje in de hand de Nederlandse taal te oefenen, nu vertel ik anderen hoe die taal in zijn werk gaat.’
Meer straffe verhalen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier