Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Toen ik aanklopte bij een psycholoog en met een bang hartje mijn verhaal deed, zei ze dat ze me niet verder kon helpen. Ik moest er dus alleen doorheen.'

Toen Jolien (29) vernam dat ze een tweede zoon kreeg, kon ze haar teleurstelling niet verstoppen



Toen Jolien (29) vernam dat ze een tweede zoon kreeg, kon ze haar teleurstelling niet verstoppen. Hoewel haar liefde voor haar twee jongens groot is, moest ze afscheid nemen van het idee om een dochter te hebben.


‘Als tienermeisje zag ik mezelf niet meteen met kinderen. Op die leeftijd zag ik die kleintjes vooral als een beperking van mijn vrijheid, terwijl ik alleen maar wilde genieten van het leven. Dat beeld is gaandeweg veranderd toen mijn man – met wie ik sinds mijn vijftiende samen ben – en ik aan onze toekomst begonnen te timmeren. Nadat we een huis hadden gekocht dat we tot in de puntjes renoveerden, begonnen mijn eierstokken wél te rammelen, al had ik ook de vurige wens om te werken aan mijn carrière. Ik heb de fout gemaakt om niet verder te studeren en wilde dus eerst een mooie functie bemachtigen voor ik een gezin zou stichten. Zodra dat gebeurd was en we officieel man en vrouw werden, was de tijd meer dan rijp om onze kinderwens te vervullen. Maar dat leek aanvankelijk een moeilijk verhaal te worden.’



‘Ik heb namelijk een lichte vorm van PCOS (polycysteus ovariumsyndroom, red.), wat onder andere gekenmerkt wordt door een onregelmatige eisprong. De verbazing was dan ook groot toen ik een paar maanden later al in verwachting bleek te zijn. Nog voor ik zwanger werd, had ik al een lichte voorkeur qua geslacht. Ik ben zelf opgegroeid met een zus en ben een typisch meisje. Ik hou van shoppen en ben dol op mooie jurken en hoge hakken. Bovendien ga ik zelden zonder make-up de deur uit. Al mijn vriendinnen dachten dat ik het liefst een meisje wilde, maar dat was bij mijn eerste zwangerschap eigenlijk niet het geval. Ik neigde eerder naar een jongen, vooral omdat ik in mijn omgeving zag dat zonen heel vaak moederskindjes zijn.’

Supergelukkig met een zoon


‘Toen uit de NIPT bleek dat ik effectief zwanger was van een jongetje, was ik supergelukkig en kon ik niet wachten om hem in onze armen te sluiten, al zat ik tijdens de zwangerschap niet zo goed in mijn vel. Ik vond het moeilijk om mijn veranderende lichaam te aanvaarden. Bovendien stierf mijn schoonvader enkele weken voor mijn uitgerekende datum. Ook mijn bevalling verliep allesbehalve van een leien dakje, maar het moment waarop mijn eerste kindje werd geboren, was ik dolgelukkig en wilde ik dat iedereen hem zo snel mogelijk kon ontmoeten. Mijn tweede zwangerschap daarentegen was een echte lijdensweg, zeker zodra ik het geslacht vernam.’

Ik gooide mijn gsm aan de kant, begon te huilen en stelde hardop de vraag of ik dat kindje ooit wel graag zou kunnen zien.


In eerste instantie wilde ik het bij één kindje houden. Dat had enerzijds te maken met het feit dat ik niet zo graag zwanger ben. Toen Charles bijna een jaar was, stond ik op het punt om het merendeel van onze babyspullen te verkopen, maar mijn man zei dat ik het nog wat tijd moest geven, want dat ik er over een paar maanden misschien heel anders over dacht. En hij had gelijk, want niet veel later koesterde ik toch de wens om een tweede kindje te krijgen.’

Niet alleen de schoonmoeder


‘Charles was anderhalf toen ik opnieuw zwanger werd. Hoewel ik dolgelukkig was met mijn zoontje, had ik tijdens mijn tweede zwangerschap wél een uitgesproken voorkeur. Om een of andere reden wilde ik een mini-me. Ik droomde van roze kleer­tjes en strikjes. Bovendien wilde ik later een trouwjurk mee kunnen uitkiezen en niet alleen de schoon­moeder zijn, of gedoemd zijn om elk weekend naar voetbalwedstrij­den te kijken. Tijdens de eerste echo zei de gynaecologe dat ze nog geen vaste uitspraken over het geslacht wilde doen, maar dat er wel naar uitzag dat we een dochter zouden krijgen. Ik verliet die afspraak met een grote glimlach op mijn gezicht. En ik bleef glimlachen, tot het resultaat van de NIPT volgde.’

Ik zat zo diep dat ik even niets meer met mijn man te maken wilde hebben, want het is de man die het geslacht van het kind bepaalt.


‘Uit het onderzoek bleek dat de baby gezond was. Op dat ogenblik zou er eigenlijk een grote last van je schouders moeten vallen. Dat was ook zo, tot ik las dat de foetus mannelijk was. Ik ben van nature een rustig type, maar op dat ogenblik kon ik mijn teleurstelling niet verbergen. Ik gooide mijn gsm aan de kant, begon te huilen en stelde hardop de vraag of ik dat kindje ooit wel graag zou kunnen zien. Ik wilde immers geen tweede zoontje, ik wilde een dochter... Ik ben me ervan bewust dat zoiets heel hard is om te zeggen, maar op dat ogenblik leek het of mijn toekomstbeeld plots helemaal aan diggelen lag. Mijn man had geen flauw idee hoe hij moest reageren. Hij wilde ook wel graag een meisje, maar doordat hij zijn beide ouders op heel jonge leeftijd verloor, was hij allang gelukkig dat onze familie een telg rijker was. Maar ik zat zo diep dat ik even niets meer met hem te maken wilde hebben, want het is de man die het geslacht van het kind bepaalt. Ik verweet hem dat hij me geen dochter kon geven.’

Mamatitel niet waardig


‘En toen kwam mijn beste vriendin, die net als ik zwanger was van een tweede kind, met het nieuws dat zij en haar partner een meisje zouden verwelkomen. Voor mij maakte dat de confrontatie met de teleurstelling omtrent het geslacht van de baby in mijn buik nog groter. Gelukkig kon ik mijn verdriet tegenover haar uiten. Mijn beste vriendin stond niet in mijn schoenen, maar trachtte net als Bert te begrijpen wat er in mijn hoofd omging. Lang niet iedereen begrijpt dat. Mijn moeder zei op een gegeven moment zelfs dat zij mijn kind wel zou opvoeden als ik het niet wilde, alsof ik op voorhand al had gefaald en de titel van mama niet waardig was.’

Ik heb lang geweigerd om nieuwe spullen te kopen omdat ik niet weer die grote rekken vol met roze kleertjes wilde zien.


‘Ze draaide gelukkig bij, maar omdat ik zelf ook doodsbang was dat ik geen band zou hebben met mijn kindje, zette ik algauw de stap naar professionele hulp. Tegen de tijd dat mijn tweede zoontje geboren zou worden, wilde ik mijn gevoel een plekje kunnen geven, want deze baby verdiende evenveel liefde en was even welkom als zijn broer. Maar toen ik aanklopte bij een psycholoog en met een bang hartje mijn verhaal deed, zei ze dat ze me niet verder kon helpen. Ik moest er dus alleen doorheen. Gelukkig kreeg ik wel veel hulp van mijn vroedvrouw.’

Gemis blijft


‘De hele zwangerschap probeerde ik me mentaal voor te bereiden op de komst van een tweede zoon en een huis vol mannen, wat met ups-and- downs verliep. Ik heb bijvoorbeeld lang geweigerd om nieuwe spullen te kopen omdat ik niet weer die grote rekken vol met roze kleertjes wilde zien. Naar mijn gevoel ging het de goede richting uit, tot ik een maand voor de geboorte vernam dat de baby in stuit lag en dat een geplande keizersnede de enige optie was. Toen onze tweede zoon uiteindelijk ter wereld kwam, had ik niet hetzelfde gevoel als bij Charles. Begrijp me niet verkeerd: ik was meteen verliefd toen ik mijn pasgeborene zag, maar zat zeker niet op een roze wolk.’

Ik kan me niet voorstellen hoe het is om geen kinderen te kunnen krijgen, al heb ik ook verdriet om de dochter die ik niet heb.


‘Het heeft nog een paar weken geduurd voor ik een band kon ontwikkelen met mijn kind, dat geef ik eerlijk toe. Maar ik kan intussen oprecht zeggen dat de liefde voor mijn twee jongens even groot is. Ik ben enorm dankbaar dat ik twee fantastische zonen heb en dat dat geluk me gegund is. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om geen kinderen te kunnen krijgen, al heb ik ook verdriet om de dochter die ik niet heb. Ik heb niet bewust voor dat gevoel gekozen, maar wil het wel kunnen uiten en word liever niet onmiddellijk veroordeeld als ik dat doe. Ik kan er niets aan doen dat ik bij elke nieuwe zwangerschapsaankondiging in mijn omgeving hoop dat het geen meisje is, alleen al om de confrontatie te voorkomen.’

‘Ik zou mijn zoontjes echter voor niets ter wereld willen ruilen, ook niet voor een dochter. Ze zijn mijn grootste liefdes, maar het gemis blijft, al staat dat volledig los van mijn kinderen. Het is iets waarmee ik moet leren dealen, een strijd die ik binnenin moet voeren. Het verdriet zal misschien nooit slijten, maar ik probeer mijn gevoel naar iets positiefs om te buigen. Zo ben ik bezig met het ontwerpen van Fils & Maman, een kledinglijn voor mama’s en hun zonen. Wanneer Henri en Charles tegen me aan kruipen, loopt mijn moederhart over van liefde, en dan maakt het helemaal niet uit of er nu een meisje of jongen bij me ligt. Ik wil vooral een goede mama zijn en mijn kinderen een warm nest bieden, al hoop ik stiekem dat ze me later ook uitnodigen om samen eens koffie te gaan drinken, zoals dochters zouden doen.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '