Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Aditya Romansa via Unsplash

Het is vandaag Internationale Vroedvrouwendag.

8 vroedvrouwen verklappen hun meest onvergetelijke ervaringen

Een kindje ter wereld brengen is een onvergetelijke gebeurtenis, maar voor de vroedvrouw is het dagelijkse kost. Uwe Porters schreef er zelfs twee boeken over. Wij vroegen haar en zeven andere vroedvrouwen naar hun meest memorabele geboortes.

Als je een kind ter wereld brengt, is er waarschijnlijk maar een iemand die meer over die bevalling weet dan jij zelf: de vroedvrouw. Uwe Porters is zo’n vroedvrouw. Correctie: een vroedvrouw die toevallig ook moeder werd. Zo omschrijft ze zichzelf, en dat doet ze met een soort bescheidenheid die ze, wat ons betreft, overboord mag gooien. Ze is immers ook auteur van twee boeken: ‘Verlos ons‘ en ‘Verlost: wat nu?‘.

Uwe bundelde haar verhalen uit de verlossingskamer. De kamer waar ze al zo veel ouders in spe heeft bijgestaan en waarin ze zelf ook bijgestaan werd... Uwe Porters: ‘Mensen vragen vaak welke bevalling me nu het meest bijgebleven is, en mijn antwoord is steeds hetzelfde: de geboorte van Lio. Dat was namelijk het eerste kindje dat ik met mijn – waarschijnlijk trillende – handen ter wereld mocht helpen brengen. Ik herinner me nog dat ik heel veel verwachtte van die eerste bevalling. Het meisje gleed perfect in mijn handen, zonder knip of scheur. Het was de eerste keer dat ik een ouderpaar proficiat mocht wensen. En ook ik werd gefeliciteerd. Dat was een heel speciaal moment.’

De pot op


Met Lio begint het vroedvrouwgedeelte van Uwes leven. En wat dan met dat ander gedeelte waarmee ze zichzelf omschrijft, namelijk haar eigen moederschap? Met dochter Lexie (6) en zoontje Viggo (3,5) kan ze daarover duidelijk zijn: ‘Door zelf moeder te worden, ben ik volgens mij een betere vroedvrouw geworden. En emotioneler, dat ook.’

Door zelf moeder te worden, ben ik volgens mij een betere vroedvrouw geworden.


Maar of het nu komt door dat moederschap of haar opmerkelijke observatievermogen, Uwe weet elke emotie perfect te beschrijven in haar boek: de blijdschap, het verdriet, de tevredenheid, de boosheid, de onrust, de geruststelling, de onzekerheid en de zekerheid van anderen, maar ook die van haarzelf. Bovendien schuwt ze in haar schrijven niets wat menselijk is. Ze beschrijft haar eigen bevallingen, maar er is ook de vader die vroeg om een extra steekje te zetten toen zijn vrouw gehecht werd. Of het verse ouderpaar dat ze in bed betrapte. Babyhaar dat afgeschoren werd. Het kindje dat pas dagen na de geboorte een naam kreeg. Of de vrouw die geen stoelgang wilde verliezen tijdens de bevalling en uiteindelijk op het toilet beviel.

Uwe: ‘De moeder had me voor de bevalling al gezegd dat ze naar het toilet moest, en ik had haar gerustgesteld met de boodschap dat die drang normaal was en dat ze beter niet – of toch niet zonder mij – naar het toilet ging. Toen het belletje in het toilet ging, wist ik dus wat er gebeurde. Het kindje was er al bijna toen ik de moeder in de badkamer aantrof. Uiteindelijk konden we haar nog op het uitklapbare stoeltje in de douche zetten voor het kindje er helemaal was.’

Best of de bevallingen


Elk verhaal van verlossing is een bijzonder verhaal, al snijdt het ene dieper dan het andere. Dat over de moeder die wegzakt in een depressie, is bijvoorbeeld hard. Of dat over het kindje dat dood geboren wordt, of dat over het jonge meisje dat na een verkrachting een kind ter wereld moet brengen. Uwe: ‘Niemand wist wie de vader was van dat kindje. De mama was zwanger geraakt omdat haar vader vrienden had uitgenodigd die tijdens een avondje pokeren ook hun rauwe, barbaarse lusten mochten botvieren op zijn dochter. Ik kan mijn best doen, maar ik zal altijd falen als ik de sfeer wil omschrijven die die verloskamer bekleedde. En toch was er des te meer liefde. Het meisje werd een moeder en we deden allemaal ons best om haar zo goed mogelijk bij te staan in die transformatie. En wat bleek? Ze was een natuurtalent.’

Samen met zo veel andere vroedvrouwen doet Uwe meer dan zorgen en kinderen ter wereld brengen. Ze vullen die wereld ook met bijzondere verhalen, die steeds gaan over het begin van het leven. Soms zijn ze grappig, prachtig, ontroerend en wondermooi, en soms zijn ze rauw, hard en breekbaar. Daarom laten we naast Uwe nog enkele andere vroedvrouwen aan het woord over bevallingen en de bijhorende bijzondere momenten die hen het meest bijbleven.

Betrapt


Uwe: ‘Zoals zo vaak liep ik een ziekenhuiskamer binnen met een flesje melk voor de baby. Maar toen ik de deur opende, zag ik moeder en vader in het ziekenhuisbed liggen. Zij was helemaal verwaaid en zijn hemd hing los. Ik had hen betrapt, zo veel was zeker. Ik heb me geëxcuseerd en heb verder niets met de situatie gedaan, maar als ik aan mijn eigen bevallingen terugdenk... Nee, dank je!’

Placentasoep


Vroedvrouw Fleur: ‘’s Nachts had ik een thuisbevalling begeleid bij een jong koppel. Die verliep goed. De mama beviel zoals gewenst op een baarkruk en zette een prachtige zoon op de wereld. Ook de moederkoek kwam vlot, en terwijl ik de moeder verzorgde, ontfermde de vader zich over de baby en de opruim. Toen ik de volgende middag langsging bij het koppel, hing er opnieuw zo’n warme sfeer. Bij het binnenkomen rook ik de geur van soep, de moeder lag met het zoontje in de zetel... Heel gezellig allemaal.’

‘In de tuin zag ik hoe enkele vrienden druk in de weer waren, dus nieuwsgierig vroeg ik of ze een boompje gingen planten op de moederkoek. Er hangt veel symboliek rond die placenta, dus dat wordt weleens gedaan. Maar de vader schudde trots zijn hoofd. Van een boompje was geen sprake. “Ik heb er iets anders mee gedaan”, zei hij. “Ik heb er lekkere soep van gemaakt.” Hij reikte me een dampende mok aan. Het was lief, maar ik heb vriendelijk bedankt.’

Onverwachte emotionele situaties


Vroedvrouw Tine: ‘Ik zat nog maar in mijn tweede opleidingsjaar toen ik tijdens mijn stage naar een mama toe moest gaan. Ze had op het belletje geduwd en na een chaotische shiftwissel op de verlosafdeling wist ik niet wie ze was of hoe haar bevalling verlopen was. Ik wist enkel dat ze pas bevallen was. Enthousiast stapte ik naar binnen, om de mama alleen in bed aan te treffen. In plaats van een gelukkige, stralende mama met een baby in de armen zag ik een vrouw die wat verslagen in haar bed zat. De baby zag ik pas enkele tellen later. Het jongetje lag in een dekentje gewikkeld op de onderzoekstafel. Het was duidelijk dat het kindje overleden was.’

‘In zo’n geval blijft het kindje soms even op de kamer om afscheid te nemen, dat wist ik wel. Maar niemand had me verteld dat er een overleden baby in die kamer lag. Ik heb geprobeerd om mijn emoties onder controle te houden en me te richten op de moeder, die gelukkig goed begeleid was geweest. Ze nam me mijn onbeholpenheid niet kwalijk, maar ikzelf deed dat wel, ook al was die te wijten aan een samenloop van omstandigheden. Gelukkig kweek je door de jaren heen de ervaring om in zulke onverwachte emotionele situaties sneller te reageren.’

Op de gang


Vroedvrouw Rina: ‘”De baby komt nu!” hoorde ik van op de ziekenhuisgang. Een vrouw moest bevallen en plots werd het dus erg dringend. Ik schoot meteen in actie en dacht dat ik nog wel de tijd had om handschoenen aan te trekken, maar dat was fout gedacht. De baby kwam echt “nu”. We hebben daar op die gang ons plan getrokken en de geboorte van een prachtig meisje begeleid. Al de rest werd bijzaak.’

Oerinstinct


Uwe: ‘Een asielzoekende vrouw zou worden binnengebracht op de spoeddienst. Ze was helemaal alleen en ze sprak geen Nederlands, zelfs amper Engels. Ik stond haar op te wachten, en nog voor ik haar goed en wel kon onderzoeken, werd duidelijk dat het hoofdje van de baby al kroonde. De vrouw was bang en paniekerig, en ze had veel pijn. Ik kon moeilijk met haar communiceren vanwege de taalbarrière, maar ik moest haar duidelijk maken wat ze moest doen.’

‘Toen zij uit pure wanhoop het hoofdje wilde terugduwen, nam mijn oerinstinct het over. Ik riep: “Ass down and push!” Niet veel later kon ik haar pasgeboren dochter op haar borst leggen. Die bevalling blijft me bij omdat ik toen besliste dat ik bij mijn eigen bevallingen enkel mensen rondom mij wilde hebben die ik vertrouwde en die me konden en mochten verzorgen en verwarmen wanneer het moment daar was, voor zover ik dat zelf in de hand zou kunnen hebben. Er is namelijk niets zo onvoorspelbaar als arbeid en een bevalling, maar ik wist wat ik zeker niet wilde. Dat was al veel.

Stilgeboren


Vroedvrouw Anna: ‘Als een kindje sterft in de baarmoeder, moet de moeder alsnog bevallen. Zo begeleidde ik een bevalling van een jonge mama die haar tweeling verloren had. Ze was 24 weken zwanger en moest haar overleden kindjes ter wereld brengen. Dat is niet alleen fysiek, maar ook mentaal een heel zware klus. Het is een verwelkoming en tegelijkertijd een afscheid. Bij een stilgeboren kindje is het dan ook echt stil in die verloskamer. Een kind wordt geboren, dus je verwacht dat er dan iets gebeurt. Je verwacht dat het huilt of roept. Maar dat gebeurt dus niet.’

‘Op voorhand zei de mama dat ze de kindjes niet wilde zien. Ze was bang en durfde niet. Als de kindjes al langer overleden zijn, kunnen ze namelijk al ontbinden, dus ze zien er dan vaak niet uit zoals je zou verwachten. Ik had begrip voor haar keuze. De hele bevalling lang ben ik aan haar zijde gebleven en heb ik haar bijgestaan. De kindjes werden gebaard en ze pasten elk in een nierbekken, want ze waren nog zo klein. Maar ze waren ook zo mooi. Ik heb toen gevraagd aan de mama of ze zeker was dat ze hen echt niet wilde zien. Maar ze wilde het plots wel. Dat was een mooi moment en ik ben blij dat ik haar dat alsnog heb kunnen gunnen en dat ze afscheid heeft kunnen nemen van haar kindjes nadat ze hen verwelkomd had.’

Onwel


Vroedvrouw Sofie: ‘Eén keer hebben we de mama samen met de papa op een bedje naar buiten gerold. De mama was pas bevallen en de papa was, tja... gevallen. Tijdens de bevalling was hij onwel geworden. Toen hij flauwviel, botste hij met zijn hoofd tegen een kastje. Het resultaat: ook hij moest genaaid worden.’

“Fluitende aars”


Vroedvrouw Elke: ‘Ik kreeg telefoon van een moeder die ik thuis prenataal begeleidde. Ze dacht dat ze weeën had, maar toen ik bij haar was, bleek ze elk moment te kunnen bevallen. Ik was niet voorzien op een thuisbevalling, dus ik belde de mug. De ploeg was snel ter plaatse, maar het kindje kwam alsnog thuis ter wereld. Een van de ambulanciers zei hoe blij hij was dat ik mijn werk deed. Hij vertelde me dat hij tijdens een opleiding geleerd had hoe hij kon zien wanneer de baby zou komen. “De fluitende aars”, zei hij. “Op het moment van de bevalling gaat de aars helemaal open en dicht, en dan komt het kindje ook.” Ik was zelf ook blij dat ik die bevalling nog kon doen. En wat hij zei, klopt wel (lacht).’

It’s a girl boy


Vroedvrouw Karen: ‘Ik ging naar een koppel om de bevalling van hun derde kind te begeleiden. Ze wisten dat het een meisje zou worden, dus ik kwam aan in een roze huis. Ballonnen, doopsuiker, het kaartje... Alles was klaar. Maar toen bleek dat het een zoontje was... Die mensen waren even in shock, maar hebben zich snel kunnen aanpassen. Nochtans is dat niet evident. Er zijn immers moeders die een depressie krijgen als het geslacht van hun kindje fout voorspeld is. In hun hoofd moeten ze dan op een of andere manier afscheid nemen van het kindje dat ze dachten te krijgen.’

 

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '