'Toen hij besefte dat ik weg wilde van hem, sloeg hij me zo hard in elkaar, dat ik niet meer kon rechtstaan.'
Wendy (37) was vijf jaar dakloos nadat ze ontsnapte uit de greep van haar gewelddadige ex
Het kan écht iedereen overkomen. Daklozen zijn vaak gewone mensen die door moeilijke omstandigheden alles kwijt zijn geraakt. Geen huis, elke dag opnieuw knokken. Wendy (37) was vijf jaar dakloos. Nu heeft ze een job, een vriend en twee dochters.
‘Negen jaar geleden leerde ik een man kennen. Hij was zo lief en charmant, ik werd stapelverliefd op hem. Ook mijn dochters vonden hem leuk. Maar na een paar maanden liep het mis, tijdens een stomme ruzie sloeg hij me. Ik schrok en wist niet wat ik moest denken. Hij excuseerde zich en deed er alles aan om me te overtuigen dat het niet meer zou gebeuren. Maar heel snel ging het weer fout en het werd steeds erger. Bijna elke dag kreeg ik klappen. Hij sloeg me vaak bont en blauw, regelmatig moest ik naar het ziekenhuis. Toen hij me een keer enorm hard op mijn oog had geslagen, zei ik dat ik tegen een deur was gelopen. Ik ben er vrij zeker van dat de dokters mijn smoesjes niet geloofden, maar ik durfde nooit de waarheid te zeggen.’
Toen ik bij de politie aanklopte, lachte die mij gewoon uit.
‘Tot ik het niet meer aankon en besloot om naar de politie te gaan. Maar daar vroegen ze waarom ik dan met hem was gaan samenwonen. Toen bleek dat hij zich achter mijn rug had ingeschreven op mijn adres bij de gemeente. De politie lachte me bijna uit. Ze vertelden me dat ze hem moeilijk uit zijn eigen huis konden zetten. Het was dus mijn eigen schuld. Ik voelde me vreselijk. Ik zocht hulp en werd in de steek gelaten. Talloze keren ging ik naar de politie, maar ze wilden niets doen. Omdat mijn dochters altijd bang waren en vaak huilden, besloot ik om hen naar een instelling te laten gaan, hoe pijnlijk dat ook was voor mij. Ik moest hen beschermen.’
Op de vlucht
‘Na een tijdje vluchtte ik zelf weg uit mijn appartement en ging ik naar mijn moeder. Maar daar kwam hij ons allebei afdreigen. Hij zei dat ik helemaal niet de keuze had om van hem weg te gaan. Ik was doodsbang, maar omdat ik niet wilde dat hij mijn moeder iets zou aandoen, ging ik terug mee naar huis. Mijn moeder wilde me na enkele keren niet meer binnenlaten, ze was zelf te bang. Ik vluchtte naar vrienden, maar overal vond hij me. Uiteindelijk belandde ik op straat. Toen was ik officieel dakloos. Ik kon zelfs niet lang op één plek blijven, want hij had overal contacten en kwam elke keer snel te weten waar ik was. Dan sleurde hij me mee naar een kamer in een drugspand, bij twee verslaafden. Zelfs zij schrokken ervan hoe hard hij me elke dag mishandelde, zelfs wanneer ik sliep. Hij verkrachtte me ook vaak.’
Ik besefte dat het zo niet verder kon en begon te werken aan een ontsnappingsplan.
‘Om alles te vergeten, begon ik meer en meer te drinken en raakte ik verslaafd. Hij dwong me om ook drugs te nemen. Ik zat toen echt heel diep… Jarenlang was ik te bang om ook maar iets te doen, maar ik besefte wel dat het zo niet verder kon en begon te werken aan een ontsnappingsplan. Drie keer ging ik langs bij een OCMW, waar ik wat geld kreeg om eten te kopen. Ze hadden me ook op een wachtlijst gezet voor een vluchthuis, want alles zat vol. Ik had die papieren goed verstopt, maar toch had hij ze gevonden, ik weet niet hoe.’
Naar het opvanghuis
‘Toen hij besefte dat ik weg wilde van hem, sloeg hij me zo hard in elkaar, dat ik niet meer kon rechtstaan. De ambulance moest me komen halen en in het ziekenhuis bleek dat mijn evenwichtsorgaan aangetast was. Deze keer hadden ze gelukkig wel de politie gebeld. Die had hem gevonden met drugs op zak, en toen werd hij opgepakt. Zo had ik even de tijd om te herstellen en een plan te bedenken om voorgoed van hem af te geraken. Via het OCMW kon ik terecht in een soort hotel, waar ik een kamer deelde met iemand anders. Voor het eerst in heel lange tijd had ik rust. Je kan je niet voorstellen hoe dat voelde, even niet meer bang zijn. Maar in plaats van het op te geven, bleef hij vastberaden om me te vinden zodra hij na vier maanden weer vrij was. Het duurde niet lang voor hij me vond.’
Toen hij besefte dat ik weg wilde van hem, sloeg hij me zo hard in elkaar, dat ik niet meer kon rechtstaan.
‘Hij kwam eerst poeslief, en vervolgens psychopathisch dreigen dat ik met hem mee moest gaan. Opnieuw kwam ik terecht in die ellende, maar ik bleef hulp zoeken, stiekem, achter zijn rug. Ze besloten om me meteen naar een opvanghuis voor mishandelde vrouwen te sturen, in een andere stad. Daar kreeg ik zoveel steun en hulp dat ik in een paar maanden tijd kon afkicken van alles waar ik verslaafd aan was. Mijn ex zat intussen nog altijd in de cel, of dat dacht ik toch. Maar een tijdje later stond hij plots toch voor de deur. Zelfs in een andere stad, op een geheim adres, kon hij me vinden. Gelukkig was ik deze keer niet alleen, er kwamen meteen begeleidsters bij. Hij begon dan ook heel lief te zeggen dat het hem speet en dat hij niet zonder me kon. Toen ik nee zei, werd hij agressief en begon hij te roepen dat ik van hem was. De politie kwam erbij en pakte hem weer op, en ook nu weer had hij drugs bij. Sindsdien zit hij in de cel.’
Eindelijk weer gelukkig
‘Na een paar maanden vond ik een appartement via een project voor ex-daklozen. Ik was heel blij, maar tegelijk ook nog altijd zo bang. De eerste weken durfde ik amper buiten te komen, mijn vriend moest alles regelen voor mij. Als ik dan toch ergens naartoe moest, keek ik letterlijk altijd over mijn schouder en nam ik een omweg naar huis. Tot mijn vriend zei dat ik er echt mee moest stoppen en weer normaal moest leven. Nu heb ik mijn leven weer in handen genomen en gaat het beter. Ik heb ook een heel goede job gevonden die ik graag doe. Jammer genoeg moet ik wel nog medicijnen nemen tegen mijn angsten en mijn hoge bloeddruk. Een paar maanden geleden hoorde ik een gerucht dat mijn ex weer vrij zou zijn en kreeg ik zware paniekaanvallen. Het is nog altijd lastig, maar ik ben ook gelukkig, en dat is het belangrijkste. Ik ben niet meer dakloos, ik heb twee fantastische dochters en een schat van een vriend en ik heb een leuke job. Meer heb ik niet nodig.’
Tekst: Chaima Saysay
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier