Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
pleeggezin
© Sandra Seitamaa via Unsplash

Zoë werd op haar derde geplaatst ­vanwege een onveilige thuissituatie en ­woonde negen jaar lang bij een pleeggezin.

Zoë (18): ‘Doordat mijn eigen ouders niet in staat waren om voor mij te zorgen, creëerde ik een heel laag zelfbeeld’

De redactie

Niet alle kinderen kunnen opgroeien bij hun biologische ouders. In sommige situaties kan pleegzorg een (tijdelijke) oplossing bieden. Zoë (18) werd op haar derde geplaatst vanwege een onveilige thuissituatie en ­woonde negen jaar lang bij een pleeggezin.

‘Hoewel veel mensen een kinderwens hebben, is niet ­iedereen geschikt om mama of papa te worden. Daar zijn mijn biologische ouders een goed voorbeeld van. Ik was amper drie toen ik, mijn twee broers en mijn zus bij hen werden weggehaald. Over de reden daarvoor wil ik liever niet te veel in detail treden, maar de daaropvolgende zeven jaar bracht ik door in een leefgroep, een tehuis voor kinderen die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen.

Hobbelig parcours

Voor ik bij mijn intussen ex-pleeggezin terechtkwam, werden een van mijn broers en ik ondergebracht bij andere pleegouders. Na slechts twee maanden werd dat voor mij stopgezet omdat het gezin in kwestie de zorg voor twee pleegkinderen had onderschat. Dat was een klap in mijn gezicht en veroorzaakte jaloezie ten opzichte van mijn broer, want hij mocht wél blijven. ­Uiteindelijk kwam er een ander pleeggezin in beeld. Bij hen verbleef ik voor een periode van ongeveer negen jaar.

Het gezin in kwestie had de zorg voor twee pleegkinderen onderschat. Dat was een klap in mijn gezicht en veroorzaakte jaloezie ten opzichte van mijn broer, want hij mocht wél blijven.

Voor mij zijn er twee fases geweest die de rode draad ­vormen in mijn verhaal als pleegkind. Mijn pleegouders gaven me een dak boven het hoofd, maaltijden op tafel en voldoende ­kansen om mijn toekomst uit te bouwen, maar het is zowel voor mij als voor hen een hobbelig parcours geweest.

Doordat mijn eigen ouders niet in staat waren om voor mij te zorgen, creëerde ik een heel laag zelfbeeld, laat staan dat ik over veel zelfliefde beschikte. Door mijn thuissituatie vond ik het moeilijk om te aanvaarden dat ik gewild was en ergens thuishoorde. Wanneer je het gevoel hebt dat je door niemand wordt geaccepteerd, zorgt dat voor een sneeuwbaleffect, want dat maakt dat je alles vanuit dat standpunt bekijkt, ook wat binnen het pleeggezin gebeurt. Als ik bijvoorbeeld een fikse ruzie met mijn pleegzus had en mijn pleegouders niet mijn kant kozen, ervaarde ik dat als: natuurlijk is het mijn schuld, want ik ben niet goed genoeg.’

Redder in nood

Tijdens mijn kindertijd heb ik nooit echt geleerd om emoties als woede en verdriet op een normale manier te uiten, waardoor ik geregeld verbaal agressief werd. Die opeenstapeling van momenten zorgde voor een breuk binnen mijn pleeggezin. En een vaas die gebroken is, is niet zo eenvoudig om te lijmen. Omdat ik graag mijn eigen knopen wilde doorhakken, startte ik op mijn achttiende een procedure op om niet langer onder de vleugels van mijn pleeggezin te vallen. Dat was een beslissing waar mijn pleegouders achterstonden, want die afstand was nodig en gaf iedereen de nodige ademruimte.

Voor mij was de allergrootste uitdaging om mezelf lief te hebben, om tegen mezelf te zeggen dat ik verdien wat ik heb en wat er op mijn pad komt.

Vandaag dragen ze geen verantwoordelijkheid meer voor mij, maar ik ben nog steeds welkom en weet dat ze altijd voor mij zullen klaarstaan. Mijn tijd bij mijn pleeggezin was met momenten enorm zwaar, maar ik zie het ook als iets moois en kijk er vooral met heel veel dankbaarheid op terug. Voor mij was de allergrootste uitdaging om mezelf lief te hebben, om tegen mezelf te zeggen dat ik verdien wat ik heb en wat er op mijn pad komt. Tegelijkertijd is dat een van de grootste successen die ik heb behaald, want die zelfliefde is er inmiddels wél, en dat was zonder mijn pleegouders niet mogelijk geweest. Zij hebben me er zo vaak als mogelijk aan herinnerd dat ik als pleegkind evenveel recht heb op liefde én een goede thuis.

Pleeggezinnen zijn broodnodig, maar dat neemt niet weg dat het uitdagend is voor alle betrokken partijen. Niemand komt zomaar in een pleeggezin terecht. Ze zijn stuk voor stuk kwetsbare jongeren die een bepaalde rugzak met zich meedragen, maar voor mij was pleegzorg een redder in nood. Ik denk niet dat ik zonder hen het doorzettingsvermogen had gehad om écht iets van mijn leven te maken.’

Tekst: Marijke Clabots

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '