Voor het nieuwe seizoen van 'Reizen Waes' toont Tom een andere kant van enkele boeiende wereldsteden.
Tom Waes (53): ‘Ik sta op de mooiste plekken ter wereld, maar vakantie kan je dit zeker niet noemen’
In ‘Reizen Waes: wereldsteden’ focust Tom Waes zich op enkele van de boeiendste en belangrijkste steden ter wereld waaronder Mexico City en Caïro. ‘Ik mag zo hard mijn goesting doen, en daar ben ik zo dankbaar voor. Ik ben een gelukzak’, vertelt Tom.
Je kan sinds gisteren weer de wereld ontdekken vanuit je luie zetel in ‘Reizen Waes’. Dit keer neemt Tom Waes je mee naar grote wereldsteden, meer bepaald: Caïro (Egypte), Los Angeles (Amerika), Mexico City (Mexico), Londen (Groot-Brittannië) en Ulaanbaatar (Mongolië). Hij laat de toeristische trekpleisters zoals gewoonlijk links liggen en toont een andere kant van deze metropolen.
Afgelopen jaren filmde je ‘Reizen Waes’ in België en Nederland. Heb je daar ook van genoten?
‘Ja. Het was natuurlijk van moeten door de pandemie, dat kunnen we niet onder stoelen of banken steken. Maar ik vond het heel tof en het was voor mij een echte openbaring. Tegelijkertijd kriebelde het wel om weer verre oorden op te zoeken (lacht).’
Wat vind je zo tof aan reizen?
‘Ik deed in 1993 een wereldreis met een vriend en we volgden een reisgids van Lonely Planet, maar eigenlijk belandden we zo op de plekken waar élke toerist komt. Twee Duitsers die ook rondtrokken, gaven ons het beste advies ooit en zeiden: “Stap gewoon het volgende station af.” We hebben dat gedaan, en vanaf dán ben je echt aan het reizen. Je laat je verrassen, je leert nieuwe dingen kennen en je hebt boeiende gesprekken met locals. Mijn tip is: durf gewoon verdwalen en laat je leiden door je zintuigen, dan ga je echt de mooiste plekjes ontdekken en die zijn meestal veel mooier dan diegene die in élke reisgids staan.’
Dit seizoen van ‘Reizen Waes’ draait volledig rond wereldsteden, maar daar zitten niet zo atypische plekken zoals Londen en Los Angeles tussen. Ga jij dan ook een andere kant van die steden proberen tonen?
‘Klopt. Ik vroeg me eerst ook af wat we in Londen gingen doen. Ik ben daar namelijk al zo’n twintig keer geweest. Maar we gingen naar buurten waar je normaal niet zo snel komt, in dit geval Brixton dat zelfs een beetje wordt afgeraden aan toeristen. Je voelt wel dat daar een ietwat rare sfeer hangt, en zelfs de mensen daar vroegen zich af wat we daar kwamen filmen (lacht). Maar ik heb me ongelooflijk goed geamuseerd, want het is zo’n kleurrijke buurt!’
Jij bent een man die in die soms toch wel ruige buurten op verkenning gaat. Denk je dat een vrouw dit ook zou kunnen doen?
‘Dat is een goede vraag! Ik vrees dat het als vrouw op sommige plekken helaas wat gevaarlijker of moeilijker zou zijn. In Caïro bijvoorbeeld hadden we achter de schermen een jonge vrouw mee die alles voor ons regelde en perfect Arabisch sprak. Overal waar we binnenkwamen, keken de mannen haar eerst minachtend aan. Maar toen ze Arabisch begon te spreken, kregen ze toch meer respect voor haar. In Mexico City hadden we een vrouwelijke gids en ook zij vertelde ons eerlijk dat ze in bepaalde buurten ‘s avonds niet alleen zou kunnen wandelen of ze zou voortdurend lastiggevallen worden. Je hebt daar zelfs speciale wagons in de treinen en metro’s voor vrouwen. Dat is natuurlijk een goed initiatief, maar tegelijkertijd ook schrijnend dat het zover moet komen.‘
Ben jij meer een stedenpersoon of een natuurmens?
‘Ik ben aan de basis meer een natuurmens, maar ik hou ook enorm van de sfeer die in grote steden hangt. We landen in “Reizen Waes” altijd in de hoofdstad, maar de dag erop zitten we weer in de natuur. Daarom vond ik het weleens leuk om in die steden te blijven. Er valt daar altijd wel iets te beleven en je wordt overal om je heen overspoeld met prikkels.’
Wat vind je dan weer een afknapper aan die wereldsteden?
‘De smog, het lawaai en de drukte. Die gebieden zijn zo dichtbevolkt dat je daar precies nooit tot rust kan komen. Ik wilde in Caïro ‘s avonds mijn hotelraam dichtdoen om het geluid buiten te houden, maar het was al toe (lacht). Het is echt niet normaal hoeveel lawaai je daar elke seconde hoort, dag én nacht. Het lijkt alsof de claxon van een auto daar even essentieel is als de rem- en gaspedaal. Dat is superirritant.’
Je hebt in Mexico City speciale wagons in de treinen en metro’s voor vrouwen. Dat is natuurlijk een goed initiatief, maar tegelijkertijd ook schrijnend dat het zover moet komen.
Een buitenbeentje dit seizoen is Ulaanbaatar. Dat leunt wel weer dichter aan bij het originele concept van ‘Reizen Waes’.
‘Klopt, maar toch is het de snelst groeiende stad ter wereld. Ik heb er drie weken gezeten omdat ik vlak voor we terug naar huis zouden vertrekken positief testte op corona waardoor we daar nog twee weken in quarantaine moesten blijven. De Mongolen zijn een nomadisch volk, maar kunnen daar economisch niet van overleven, dus ze trekken massaal naar Ulaanbaatar. Die stad groeit daardoor zo vlug, de wolkenkrabbers schieten daar als paddenstoelen uit de grond. Maar als je een kwartiertje rijdt en aan de rand van de stad staat, dan is het contrast zo verschrikkelijk groot. Daar leven de mensen nog in tenten en rijden ze rond met paard en kar, terwijl er op amper vijf minuten een ultramodern gebouw staat.’
Je bent al op tal van bestemmingen geweest: is er toch eentje die eruit springt?
‘Dat is heel moeilijk, maar dan zeg ik toch Vancouver in Canada. Dat is de enige stad waar ik mezelf nog zou zien wonen. Je hebt voor je neus de oceaan, achter je bergen om te skiën, rechts van je bossen met grizzlyberen en links heb je een prachtige stad. Die ligging is echt top! Bovendien zijn de Canadezen heel toffe mensen en heb je in die stad een goed klimaat. Ik heb seizoenen nodig, dus een witte winter en een warme zomer.’
Doet het reizen naar al die andere landen je beseffen dat we het hier in ons Belgenlandje eigenlijk wel heel goed hebben?
‘Amai, ja! Wij Belgen durven vaak klagen over van alles en nog wat, ik ook hoor als het weer eens regent en dertien graden is in augustus terwijl je net een barbecue hebt gepland (lacht). Maar ik ben altijd zo blij als ik terug mag komen naar België. Vooral vrijheid is een gouden goed, en op dat vlak mogen wij Belgen onze beide pollekes kussen.’
Wij staan op de mooiste plekken ter wereld, maar wij kunnen niet even relaxen met een pintje. We zijn daar een uurtje om te filmen en that’s it. Vakantie kan je dit zeker niet noemen.
Reis je liever alleen of toch in gezelschap?
‘Sowieso het liefst samen met anderen. Ik deed ooit in Alaska een tocht van zo’n tweehonderd kilometer en vijf dagen op m’n eentje, en dat was niks voor mij. Ik wil graag de mooie dingen die ik meemaak delen met anderen. Zoals het cliché het zegt: “Happiness is only real when shared“, daar zweer ik bij.‘
Volgens velen heb je een droomjob, want je mag reizen voor je beroep. Klopt dit?
‘Het is een fantastisch beroep, maar ik moet er ook wel bijzeggen dat je als kijker natuurlijk alleen maar de mooie kanten ziet. Elk seizoen nemen we een andere redacteur mee. Dat zijn altijd jonge gasten, terwijl wij vijftigers zijn en ik kan je verzekeren dat het niet wij zijn die na drie dagen stikkapot achteraan in het busje liggen (lacht). Je leeft uit je valies, je zit vaak urenlang per dag in de auto op de slechtste wegen en op al die mooie plekken vertoef je niet lang, want je moet onmiddellijk doorrijden naar de volgende plek. Wij staan op de mooiste plekken ter wereld, maar wij kunnen niet even relaxen met een pintje. We zijn daar een uurtje om te filmen en that’s it. Vakantie kan je dit zeker niet noemen.‘
Heb je nog zin om te reizen tijdens je vrije tijd of blijf je dan liever thuis?
‘Ik doe heel graag uitjes met mijn vriendin en/of kinderen omdat ik er dan echt van kan genieten. Vakantie is voor mij wanneer je niet naar je horloge moet kijken. Dat is tijdens de opnames van “Reizen Waes” compleet het tegenovergestelde, want dan is alles tot in de puntjes geregeld.’
Ben je iemand die steevast een souvenir meebrengt naar huis zoals een kitscherig magneetje?
‘Onze regisseur doet dat! Zijn frigo hangt ondertussen al vol (lacht). Ik ben niet de man van de souvenirs of de kaartjes. Waar ik wél voor durf te zwichten zijn traditionele dingen uit het land of de stad zelf die je nooit bij ons zou vinden. Zo kocht ik in Mongolië zo’n traditionele bontmuts.’
Heb je soms last van heimwee?
‘Niet vaak, want ik heb daar eigenlijk geen tijd voor. In Ulaanbaatar had ik het wel moeilijk omdat ik door die positieve coronatest tien dagen lang op mijn hotelkamer moest blijven. Dat was de hel! Ik zat daar gelukkig met mijn klankman Joris, maar die moest natuurlijk op zijn kamer blijven en het was met min vijfendertig graden veel te koud om buiten te gaan wandelen. Ik heb me daar steendood verveeld.’
Welke bestemming staat nog bovenaan je bucketlist?
‘Machu Picchu. Daar wil ik al mijn hele leven naartoe, maar ik ben er nog niet geraakt. Ik heb ook iets met Patagonië, daar wil ik ooit eens naartoe. Het “probleem” is dat ik eigenlijk geen steden of landen heb die me niet aanspreken, dus ik heb best wel nog een lange lijst (lacht).’
Ik ben geen zot. Ik neem wel risico’s, maar ik gebruik mijn verstand en kijk uit mijn doppen.
Je staat bekend als de durfal van Vlaanderen. Zoek je nog steeds die kicks op als je reist of raakte je die wilde haren toch een beetje kwijt met de jaren?
‘Ik merk echt niet dat ik een vijftiger ben. Voor mij zegt dat getalletje ook niks, en ik zal er me zeker niet door laten tegenhouden. No way! Ik hou van adrenaline en of ik nu twintig, vijftig of pakweg tachtig ben: ik zal daar steeds naar op zoek blijven gaan. Dat is de aard van het beestje (lacht).’
Zijn er dingen die zelfs jij té zot vindt en die je niet zou durven?
‘Weinig. Maar ik ben geen zot. Ik neem wel risico’s, maar ik gebruik mijn verstand en kijk uit mijn doppen. In Mexico City hadden we naast onze gids nog twee gewapende mannen die met ons mee op pad gingen. Ik voelde op een bepaald moment dat de sfeer in de sloppenwijken waar we rondliepen grimmiger werd en dan moet je gewoon terugkeren. Dan moet je de cowboy niet uithangen en jezelf en je crew in gevaar brengen.’
Gaan we je opnieuw een wansmakelijk gerecht zien verorberen, zoals in vrijwel elk seizoen?
‘Tot mijn grote opluchting niet! Het was altijd dezelfde redacteur Jonas die ervoor zorgde dat ik die dingen moest eten, denk maar aan die eieren in pipi. In “Reizen Waes Vlaanderen” heb ik hem teruggepakt en was het zíjn beurt om varkensdarmen te eten. Sindsdien durft hij me precies niks meer wanssmakelijk voor te schotelen (lacht). Hij heeft zijn les geleerd.’
Als ik achteraf kijk naar mijn programma’s denk ik: Waes, hoe zie je er weer uit?! Niet geschoren en mijn haar dat alle kanten opstaat (lacht). Maar langs de andere kant is dat net ook wie ik ben.
Bij Flair staat self-love centraal. Heb jij bepaalde complexen?
‘Ja. Ik moet een leesbril dragen, maar ik zet die eigenlijk echt niet graag op. Daardoor zat ik soms met mijn neus bijna tegen mijn gsm of een kaart, en da’s natuurlijk ook geen zicht. Nu heb ik me daar eindelijk kunnen overzetten en zet ik ‘m gewoon op. Op een bepaalde leeftijd gaan je ogen nu eenmaal achteruit, je kan daar niks aan doen. Voor de rest zit ik vrij goed in mijn vel en trek ik me weinig aan wat mensen over me zeggen. Ik ben soms zelfs te weinig bezig met mijn uiterlijk.’
Hoezo?
‘Als ik achteraf kijk naar mijn programma’s denk ik: Waes, hoe zie je er weer uit?! Niet geschoren en mijn haar dat alle kanten opstaat (lacht). Ik vraag me dan af waarom niemand van de ploeg daar iets over zei, want ik vergeet dat gewoon. Maar langs de andere kant is dat net ook wie ik ben. Ik kan me eraan ergeren als je een presentator ziet die er té afgeborsteld uitziet als ie bijvoorbeeld in een sloppenwijk staat. Dat wringt vind ik.’
Kreeg jij al te maken met negatieve reacties online?
‘Natuurlijk. Wie niet? Dat vind ik echt de ziekte van deze tijd. Iedereen mag van mij commentaar geven op mijn programma’s, maar ze moeten me niet persoonlijk aanvallen. Zoals Natalia die doodsbedreigingen kreeg op haar sociale media?! Komaan mannekes, waar zijn we mee bezig?’
Raken die gemene comments je?
‘In het begin heb ik daar wel mee geworsteld en nam ik alles heel persoonlijk op. Na al die jaren leerde ik dat er helaas een hele hoop azijnpissers achter hun scherm zit die niks beter te doen hebben dan anderen afbreken. Ik vind dat persoonlijk heel zielig.’
Wat me opviel is dat je nog steeds geen blauw vinkje hebt op Instagram?
‘Ik gebruik dat heel weinig in mijn privéleven, maar eerder om mijn programma’s te promoten of goede doelen te steunen zoals bijvoorbeeld de hulp voor Oekraïne. Ik wil in het moment leven en iets met mijn eigen ogen zien in plaats van door het schermpje van mijn smartphone. Ik heb me er dan ook nog niet mee bezig gehouden om dat vinkje aan te vragen omdat het me eerlijk gezegd totaal niet boeit. Op dat vlak ben ik misschien wel een echte vijftiger (lacht).’
Probeer je dat ook mee te geven aan je kinderen die wel meer opgroeiden met sociale media?
‘Ze posten alle drie wel geregeld iets op Instagram, maar ze zijn er niet zo fel mee bezig. Ze hebben ook een gesloten account, wat ik goed vind, want dan filter je toch al de meeste zever eruit.’
Tot slot: met welke projecten ben je momenteel nog bezig?
‘Ik ben volop bezig met de opnames van “Het verhaal van Vlaanderen” dat onze geschiedenis weer tot leven brengt. Dat is zo fantastisch om te maken. Voor de rest zie ik wel wat er op mijn pad komt. Ik mag zo hard mijn goesting doen, en daar ben ik zo dankbaar voor. Ik ben een gelukzak!‘
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier