1. Als er een feestje was, moest je vervoer regelen of ergens blijven slapen
Of je kon zelf rijden, maar dan kon je niks drinken. Of je sliep op een superhard matje op de grond.
2. Je had een hekel aan mensen die tijdens lange pauzes ‘even naar hun kot’ gingen
Zodat jij alleen achterbleef op school.
3. Aan de andere kant hoefde jij als je thuiskwam niets meer te doen
Voetjes onder tafel en wachten op het lekker eten van ‘de mama’. Ook kuisen, wassen... werd voor jou gedaan.
4. Je had het gevoel dat je veel leuke dingen miste
’s Avonds spontaan langsgaan op een ander kot, feestjes...
5. Je hoefde je nooit eenzaam te voelen
Als je zin had in gezelschap, ging je gewoon gezellig mee in de zetel zitten om naar televisie te kijken.
6. Je kon sparen
Niet zelf je eten kopen, af en toe shoppen op kosten van de ouders... Ideaal!
7. Je was iets minder verantwoordelijk
Omdat je toch nergens op moest letten. Je moeder zorgde er wel voor dat alles in orde was.
8. De beruchte ‘kotkilo’s' bleven achterwege
Omdat jij de lekkere gezonde maaltijden van je mama voorgeschoteld kreeg, moest je niet elke dag terugvallen op fastfood.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier